Besluitenlijst GS-vergadering van 11 feb 2025
Besluit
Opening en mededelingen
Nummer: | A1 |
Nummer:
A1
Besluitenlijst
Nummer: | A2 |
Nummer:
A2
Terugmelding uit statendagen en andere beschouwingen
Nummer: | A3 |
Nummer:
A3
Antwoord op Statenvragen over locatiebesluit Arrisveld- Winterswijk (PS2025-37)
Nummer: | C9 |
Openbaresamenvatting: | Gedeputeerde Staten beantwoorden vragen van Marcel Roerdink (BBB) over de betrokkenheid van de provincie bij het besluit van het college van B&W van Winterswijk om Arrisveld aan te wijzen als locatie voor een nieuw bedrijventerrein. In de gemeenteraad van Winterswijk is op 19 december 2024 gesproken over het collegebesluit: “Vestiging gemeentelijk voorkeursrecht op onroerende zaken voor ontwikkeling bedrijventerrein in gebied Arrisveld”. In de antwoorden op de vragen geven GS aan ambtelijk en bestuurlijk betrokken te zijn geweest in het proces dat heeft geleid tot de locatiekeuze door het college van Winterswijk. |
Nummer:
C9
Openbaresamenvatting:
Gedeputeerde Staten beantwoorden vragen van Marcel Roerdink (BBB) over de betrokkenheid van de provincie bij het besluit van het college van B&W van Winterswijk om Arrisveld aan te wijzen als locatie voor een nieuw bedrijventerrein. In de gemeenteraad van Winterswijk is op 19 december 2024 gesproken over het collegebesluit: “Vestiging gemeentelijk voorkeursrecht op onroerende zaken voor ontwikkeling bedrijventerrein in gebied Arrisveld”. In de antwoorden op de vragen geven GS aan ambtelijk en bestuurlijk betrokken te zijn geweest in het proces dat heeft geleid tot de locatiekeuze door het college van Winterswijk.
Sociaal Statuut 2025
Nummer: | C5 |
Openbaresamenvatting: | Met de vakorganisaties is een principeakkoord bereikt over een nieuw Sociaal Statuut. Het uitgangspunt hierbij is geweest dat het Sociaal Statuut uit 2004 technisch is omgezet. De belangrijkste wijzigingen zijn aangebracht op de volgende onderwerpen: - De plaatsingsadviescommissie is vervangen door een toetsingscommissie. Deze brengt geen advies meer uit over elke individuele plaatsing, maar controleert en brengt advies uit over de vraag of het proces om een plaatsingsplan op te stellen zorgvuldig is doorlopen. - Wanneer meerdere medewerkers voor dezelfde passende functie in aanmerking komen, zijn er handvatten opgenomen in het Sociaal Statuut aan de hand waarvan de werkgever motiveert waarom voor een bepaalde medewerker is gekozen. - Wanneer een medewerker wordt geplaatst op een passende functie op een lager schaalniveau, is er geen sprake meer van een onvoorwaardelijke salarisgarantie tot het oude salarisniveau. Als de medewerker binnen 2 jaar een passende functie op het oude schaalniveau weigert, vervalt zijn of haar salarisgarantie. - de oude FPU-regeling is vervangen door de regeling ‘Zicht op pensioen’. Deze regeling heeft als doel om medewerkers die bijna de AOW-leeftijd bereiken en wiens functie vervalt, op een passende manier aan het werk te laten blijven. - De regeling ‘jaarsalaris bij start eigen zaak’ is vervangen door een vergoeding bij vrijwillig ontslag. De boventallige medewerker die binnen 9 maanden vrijwillig ontslag neemt, ontvangt een beperkte ontslagvergoeding. Een nieuw Sociaal Statuut is nodig omdat het huidige Sociaal Statuut uit 2004 niet past bij geldende wet- en regelgeving. De oude regeling bevat verwijzingen naar verouderde wet- en regelgeving. De regeling is erg moeilijk leesbaar. Dit maakt de regeling gevoelig voor interpretatieverschillen. Juist in periodes waarin er sprake is van organisatieveranderingen die banenverlies tot gevolg hebben is het belangrijk om een actueel Sociaal Statuut te hebben met heldere spelregels. Het overleg met de vakorganisaties is gestart in januari 2023 en heeft gelopen tot medio oktober 2024. Toen is er overeenstemming bereikt over alle onderwerpen. In december 2024 zijn ook de leden van de vakorganisaties akkoord gegaan met het onderhandelaarsakkoord. Het college van Gedeputeerde Staten heeft besloten het Sociaal Statuut 2025 vast te stellen in overeenstemming met het onderhandelaarsakkoord en dit op te nemen in het Personeelshandboek, paragraaf 7, onderdeel 2.7.5. |
Nummer:
C5
Openbaresamenvatting:
Met de vakorganisaties is een principeakkoord bereikt over een nieuw Sociaal Statuut. Het uitgangspunt hierbij is geweest dat het Sociaal Statuut uit 2004 technisch is omgezet. De belangrijkste wijzigingen zijn aangebracht op de volgende onderwerpen: - De plaatsingsadviescommissie is vervangen door een toetsingscommissie. Deze brengt geen advies meer uit over elke individuele plaatsing, maar controleert en brengt advies uit over de vraag of het proces om een plaatsingsplan op te stellen zorgvuldig is doorlopen. - Wanneer meerdere medewerkers voor dezelfde passende functie in aanmerking komen, zijn er handvatten opgenomen in het Sociaal Statuut aan de hand waarvan de werkgever motiveert waarom voor een bepaalde medewerker is gekozen. - Wanneer een medewerker wordt geplaatst op een passende functie op een lager schaalniveau, is er geen sprake meer van een onvoorwaardelijke salarisgarantie tot het oude salarisniveau. Als de medewerker binnen 2 jaar een passende functie op het oude schaalniveau weigert, vervalt zijn of haar salarisgarantie. - de oude FPU-regeling is vervangen door de regeling ‘Zicht op pensioen’. Deze regeling heeft als doel om medewerkers die bijna de AOW-leeftijd bereiken en wiens functie vervalt, op een passende manier aan het werk te laten blijven. - De regeling ‘jaarsalaris bij start eigen zaak’ is vervangen door een vergoeding bij vrijwillig ontslag. De boventallige medewerker die binnen 9 maanden vrijwillig ontslag neemt, ontvangt een beperkte ontslagvergoeding. Een nieuw Sociaal Statuut is nodig omdat het huidige Sociaal Statuut uit 2004 niet past bij geldende wet- en regelgeving. De oude regeling bevat verwijzingen naar verouderde wet- en regelgeving. De regeling is erg moeilijk leesbaar. Dit maakt de regeling gevoelig voor interpretatieverschillen. Juist in periodes waarin er sprake is van organisatieveranderingen die banenverlies tot gevolg hebben is het belangrijk om een actueel Sociaal Statuut te hebben met heldere spelregels. Het overleg met de vakorganisaties is gestart in januari 2023 en heeft gelopen tot medio oktober 2024. Toen is er overeenstemming bereikt over alle onderwerpen. In december 2024 zijn ook de leden van de vakorganisaties akkoord gegaan met het onderhandelaarsakkoord. Het college van Gedeputeerde Staten heeft besloten het Sociaal Statuut 2025 vast te stellen in overeenstemming met het onderhandelaarsakkoord en dit op te nemen in het Personeelshandboek, paragraaf 7, onderdeel 2.7.5.
Vaststellen van de luchthavenregeling voor de luchthaven op het perceel Wesselseweg 23 in Barneveld
Nummer: | C6 |
Openbaresamenvatting: | Op grond van artikel 8.64 eerste lid van de Wet luchtvaart hebben Gedeputeerde Staten een luchthavenregeling vastgesteld voor de helikopterluchthaven Van de Steeg B.V. gelegen aan de Wesselseweg 23 te Barneveld, gemeente Barneveld. Het luchthavengebied is niet gelegen in een Natura 2000-gebied en het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied ‘Veluwe’ ligt op 5,3 kilometer afstand. Met het vaststellen van de luchthavenregeling zal de helihaven aan de Oude Garderenseweg 5 in Kootwijkerbroek komen te vervallen. De zienswijzen die zijn ingediend naar aanleiding van de ter inzagelegging van de ontwerp luchthavenregeling zijn apart beantwoord in de Nota van Beantwoording behorende bij de Luchthavenregeling Wesselseweg 23, Barneveld. Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen is de luchthavenregeling aangepast ten opzichte van de ontwerp luchthavenregeling. Zo zijn er aanvullende restricties opgenomen met betrekking tot het gebruik van de luchthaven ten behoeve van de hinderbeperking voor de omgeving van de luchthaven. |
Nummer:
C6
Openbaresamenvatting:
Op grond van artikel 8.64 eerste lid van de Wet luchtvaart hebben Gedeputeerde Staten een luchthavenregeling vastgesteld voor de helikopterluchthaven Van de Steeg B.V. gelegen aan de Wesselseweg 23 te Barneveld, gemeente Barneveld. Het luchthavengebied is niet gelegen in een Natura 2000-gebied en het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied ‘Veluwe’ ligt op 5,3 kilometer afstand. Met het vaststellen van de luchthavenregeling zal de helihaven aan de Oude Garderenseweg 5 in Kootwijkerbroek komen te vervallen. De zienswijzen die zijn ingediend naar aanleiding van de ter inzagelegging van de ontwerp luchthavenregeling zijn apart beantwoord in de Nota van Beantwoording behorende bij de Luchthavenregeling Wesselseweg 23, Barneveld. Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen is de luchthavenregeling aangepast ten opzichte van de ontwerp luchthavenregeling. Zo zijn er aanvullende restricties opgenomen met betrekking tot het gebruik van de luchthaven ten behoeve van de hinderbeperking voor de omgeving van de luchthaven.
Masterplan Romeins Verleden
Nummer: | C3 |
Openbaresamenvatting: | Gedeputeerde Staten hebben besloten om de samenwerkingsovereenkomst Masterplan Romeins Verleden aan te gaan met de gemeente Nijmegen en de Groene Metropoolregio (GMR). Op 10 december jl. hebben GS ingestemd met het concept van de samenwerkingsovereenkomst. Het Masterplan Romeins Verleden geeft richting aan ontwikkeling van de Romeinse regio van Nederland in de regio Arnhem-Nijmegen. Gezamenlijk ontwikkelen we samen de komende jaren vanuit één ambitie een rijke Romeinse bestemming. Het doel van het Masterplan Romeins Verleden is het beleefbaar en toegankelijk maken van het Romeinse verleden van de regio Arnhem-Nijmegen. We ontwikkelen de regio zo dat het gebied de Romeinse regio van Nederland wordt. Het Masterplan richt zich op een beleefbaar en toegankelijk Romeins verleden, het versterken ervan als publiekstrekker, het verknopen van de maatschappelijke effecten in de samenleving, en het coördineren en organiseren van initiatieven voor duurzaam beheer van UNESCO-locaties. |
Nummer:
C3
Openbaresamenvatting:
Gedeputeerde Staten hebben besloten om de samenwerkingsovereenkomst Masterplan Romeins Verleden aan te gaan met de gemeente Nijmegen en de Groene Metropoolregio (GMR). Op 10 december jl. hebben GS ingestemd met het concept van de samenwerkingsovereenkomst. Het Masterplan Romeins Verleden geeft richting aan ontwikkeling van de Romeinse regio van Nederland in de regio Arnhem-Nijmegen. Gezamenlijk ontwikkelen we samen de komende jaren vanuit één ambitie een rijke Romeinse bestemming. Het doel van het Masterplan Romeins Verleden is het beleefbaar en toegankelijk maken van het Romeinse verleden van de regio Arnhem-Nijmegen. We ontwikkelen de regio zo dat het gebied de Romeinse regio van Nederland wordt. Het Masterplan richt zich op een beleefbaar en toegankelijk Romeins verleden, het versterken ervan als publiekstrekker, het verknopen van de maatschappelijke effecten in de samenleving, en het coördineren en organiseren van initiatieven voor duurzaam beheer van UNESCO-locaties.
Kadernota vernieuwing omgevingsvisie
Nummer: | A4 |
Openbaresamenvatting: | Als provincie zijn we verantwoordelijk voor een goede inrichting van de fysieke leefomgeving: dit is alles wat je buiten ziet, hoort, ruikt en proeft. We willen dat Gelderland een fijne plek is en blijft om te wonen, werken en verblijven. Hoe we dit willen bereiken, schrijven we op in onze nieuwe omgevingsvisie. Gedeputeerde Staten (GS) bieden de kadernota voor de vernieuwing van de omgevingsvisie aan ter besluitvorming in Provinciale Staten (PS). In de kadernota staan op hoofdlijnen de ambities voor de toekomst van Gelderland, uitgesplitst in drie ontwikkelingen: naar een vitaal landelijk gebied, naar sterke steden, dorpen en regio’s en naar een toekomstbestendige economie met passende netwerken. GS stellen voor om bij het maken van keuzes prioriteit te geven aan leefbaarheid, biodiversiteit en regionale identiteit. Er zijn veel opgaven die allemaal ruimte vragen in Gelderland, waardoor deze waarden onder druk kunnen komen te staan. Daarom moeten we keuzes maken over welke ontwikkeling waar gewenst is. GS stellen vier sturende principes voor als hulpmiddel voor het maken van deze keuzes: zorgvuldig ruimtegebruik, bodem en water, energie en bereikbaarheid. Als provincie hebben we niet bij elke maatschappelijke opgave een rol. GS stellen voor om hier duidelijker in te zijn en in de omgevingsvisie verder uit te werken wat het provinciaal belang is. Om de gevolgen van de keuzes uit de omgevingsvisie op de leefomgeving en het milieu te onderzoeken laten we een Omgevingseffectrapport (OER) opstellen. Als eerste stap hiervoor stellen GS de onderzoeksagenda vast: de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). GS nodigen belangstellenden uit om te reageren op de NRD tijdens de inspraakperiode. |
Nummer:
A4
Openbaresamenvatting:
Als provincie zijn we verantwoordelijk voor een goede inrichting van de fysieke leefomgeving: dit is alles wat je buiten ziet, hoort, ruikt en proeft. We willen dat Gelderland een fijne plek is en blijft om te wonen, werken en verblijven. Hoe we dit willen bereiken, schrijven we op in onze nieuwe omgevingsvisie. Gedeputeerde Staten (GS) bieden de kadernota voor de vernieuwing van de omgevingsvisie aan ter besluitvorming in Provinciale Staten (PS). In de kadernota staan op hoofdlijnen de ambities voor de toekomst van Gelderland, uitgesplitst in drie ontwikkelingen: naar een vitaal landelijk gebied, naar sterke steden, dorpen en regio’s en naar een toekomstbestendige economie met passende netwerken. GS stellen voor om bij het maken van keuzes prioriteit te geven aan leefbaarheid, biodiversiteit en regionale identiteit. Er zijn veel opgaven die allemaal ruimte vragen in Gelderland, waardoor deze waarden onder druk kunnen komen te staan. Daarom moeten we keuzes maken over welke ontwikkeling waar gewenst is. GS stellen vier sturende principes voor als hulpmiddel voor het maken van deze keuzes: zorgvuldig ruimtegebruik, bodem en water, energie en bereikbaarheid. Als provincie hebben we niet bij elke maatschappelijke opgave een rol. GS stellen voor om hier duidelijker in te zijn en in de omgevingsvisie verder uit te werken wat het provinciaal belang is. Om de gevolgen van de keuzes uit de omgevingsvisie op de leefomgeving en het milieu te onderzoeken laten we een Omgevingseffectrapport (OER) opstellen. Als eerste stap hiervoor stellen GS de onderzoeksagenda vast: de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). GS nodigen belangstellenden uit om te reageren op de NRD tijdens de inspraakperiode.
Benoeming nieuwe leden van de Commissie Rechtsbescherming
Nummer: | C4 |
Openbaresamenvatting: | Doordat de termijn van een aantal zittende leden binnen nu en anderhalf jaar eindigt, hebben Gedeputeerde Staten besloten om de volgende vier nieuwe leden te benoemen: de heer mr. S. Bakker, mevrouw mr. S.A.J.J. van Hees, de heer mr. G.P. Andela en de heer mr. H.J. van der Wal. De commissie Rechtsbescherming is een onafhankelijke, externe commissie die bezwaarschriften, beroepschriften en klaagschriften behandelt, partijen hoort en de provinciale bestuursorganen (met name het college van Gedeputeerde Staten) daarover adviseert. De commissie Rechtsbescherming bestaat met inbegrip van de voorzitter uit ten minste zes leden. De voorzitter en de leden worden door het college van Gedeputeerde Staten benoemd, geschorst en ontslagen. Zij worden voor vier jaar benoemd en kunnen eenmaal voor dezelfde termijn worden herbenoemd. |
Nummer:
C4
Openbaresamenvatting:
Doordat de termijn van een aantal zittende leden binnen nu en anderhalf jaar eindigt, hebben Gedeputeerde Staten besloten om de volgende vier nieuwe leden te benoemen: de heer mr. S. Bakker, mevrouw mr. S.A.J.J. van Hees, de heer mr. G.P. Andela en de heer mr. H.J. van der Wal. De commissie Rechtsbescherming is een onafhankelijke, externe commissie die bezwaarschriften, beroepschriften en klaagschriften behandelt, partijen hoort en de provinciale bestuursorganen (met name het college van Gedeputeerde Staten) daarover adviseert. De commissie Rechtsbescherming bestaat met inbegrip van de voorzitter uit ten minste zes leden. De voorzitter en de leden worden door het college van Gedeputeerde Staten benoemd, geschorst en ontslagen. Zij worden voor vier jaar benoemd en kunnen eenmaal voor dezelfde termijn worden herbenoemd.
Voortzetting aanpak droogte en wateroverlast Achterhoek en Liemers 2025-2026
Nummer: | C2 |
Openbaresamenvatting: | Het college van Gedeputeerde Staten wil de bestuurlijke samenwerking met haar partners op de Aanpak Droogte en Wateroverlast Achterhoek en Liemers voor de periode 2025-2026 voortzetten. Deze twee jaar vormen de opmaat naar het opstellen en borgen van een meerjarenprogrammering van minimaal 10 jaar. Met de aanpak willen de samenwerkende partijen het gebied van de Achterhoek en de Liemers bestand maken tegen de toenemende weersextremen. Door op 20 februari de voortzetting te tekenen in bijzijn van de Deltacommissaris laat het college zien dat zij belang hecht aan samenwerking bij de aanpak Droogte en Wateroverlast Achterhoek en Liemers. Zo geven GS en haar samenwerkingspartners een krachtig signaal af aan het Rijk dat zij klaar staan om tot verdere uitvoering over te gaan. Door ondertekening onderstreept het college bovendien richting het Rijk de noodzaak van financiering van dit urgente vraagstuk. De voortzetting betreft geen investeringskosten, maar uitsluitend proceskosten van de samenwerking (€50k per jaar). Op 24 juni 2024 spraken de samenwerkingspartners af om het ‘denken en doen’ voort te zetten via het aanwijzen van projecten en -gebieden waar binnen 2 jaar concrete stappen naar uitvoering worden gemaakt. Dit doen de partners om te beginnen met 8 projecten en -gebieden. Het vinden van investeringsmiddelen hiervoor is de verantwoordelijkheid van de projecteigenaren. |
Nummer:
C2
Openbaresamenvatting:
Het college van Gedeputeerde Staten wil de bestuurlijke samenwerking met haar partners op de Aanpak Droogte en Wateroverlast Achterhoek en Liemers voor de periode 2025-2026 voortzetten. Deze twee jaar vormen de opmaat naar het opstellen en borgen van een meerjarenprogrammering van minimaal 10 jaar. Met de aanpak willen de samenwerkende partijen het gebied van de Achterhoek en de Liemers bestand maken tegen de toenemende weersextremen. Door op 20 februari de voortzetting te tekenen in bijzijn van de Deltacommissaris laat het college zien dat zij belang hecht aan samenwerking bij de aanpak Droogte en Wateroverlast Achterhoek en Liemers. Zo geven GS en haar samenwerkingspartners een krachtig signaal af aan het Rijk dat zij klaar staan om tot verdere uitvoering over te gaan. Door ondertekening onderstreept het college bovendien richting het Rijk de noodzaak van financiering van dit urgente vraagstuk. De voortzetting betreft geen investeringskosten, maar uitsluitend proceskosten van de samenwerking (€50k per jaar). Op 24 juni 2024 spraken de samenwerkingspartners af om het ‘denken en doen’ voort te zetten via het aanwijzen van projecten en -gebieden waar binnen 2 jaar concrete stappen naar uitvoering worden gemaakt. Dit doen de partners om te beginnen met 8 projecten en -gebieden. Het vinden van investeringsmiddelen hiervoor is de verantwoordelijkheid van de projecteigenaren.
Mededelingenbrief 11 februari 2025
Nummer: | B1 |
Openbaresamenvatting: | In het kader van de actieve informatieplicht stuurt het college van Gedeputeerde Staten periodiek een mededelingenbrief naar de Provinciale Staten. De mededelingenbrief bevat informatie van feitelijke aard. |
Nummer:
B1
Openbaresamenvatting:
In het kader van de actieve informatieplicht stuurt het college van Gedeputeerde Staten periodiek een mededelingenbrief naar de Provinciale Staten. De mededelingenbrief bevat informatie van feitelijke aard.
Antwoord op Statenvragen over Lelystad Airport (PS2025-0001)
Nummer: | C7 |
Openbaresamenvatting: | Gedeputeerde Staten beantwoorden de vragen van statenlid Erik Neuteboom van BBB naar aanleiding van berichten over vakantievluchten, mogelijk samen met de F35, vanaf vliegveld Lelystad. Samenwerkende Actiegroepen Tegen Laagvliegen bracht in september 2024 de brochure Feiten over Lelystad Airport uit. De vragen van het Statenlid gaan over de inhoud van deze brochure, laagvliegroutes, de MER2018, effecten in de driehoek Teuge- Twello-Apeldoorn, door vliegveld Lelystad in Gelderland verkregen stikstofruimte, de uitspraak van de RvS van 18 december 2024 over intern salderen en de bereidheid van Gedeputeerde Staten voor een gesprek over de in- en uitvliegroutes van Lelystad Airport. In de beantwoording geven Gedeputeerde Staten aan wat hierin de rol van Provincie Gelderland is en hoe zij omgaan met de diverse voorgelegde vraagstukken. |
Nummer:
C7
Openbaresamenvatting:
Gedeputeerde Staten beantwoorden de vragen van statenlid Erik Neuteboom van BBB naar aanleiding van berichten over vakantievluchten, mogelijk samen met de F35, vanaf vliegveld Lelystad. Samenwerkende Actiegroepen Tegen Laagvliegen bracht in september 2024 de brochure Feiten over Lelystad Airport uit. De vragen van het Statenlid gaan over de inhoud van deze brochure, laagvliegroutes, de MER2018, effecten in de driehoek Teuge- Twello-Apeldoorn, door vliegveld Lelystad in Gelderland verkregen stikstofruimte, de uitspraak van de RvS van 18 december 2024 over intern salderen en de bereidheid van Gedeputeerde Staten voor een gesprek over de in- en uitvliegroutes van Lelystad Airport. In de beantwoording geven Gedeputeerde Staten aan wat hierin de rol van Provincie Gelderland is en hoe zij omgaan met de diverse voorgelegde vraagstukken.
Woo-besluit Belvédèrelaan Nunspeet
Nummer: | C1 |
Openbaresamenvatting: | Gedeputeerde Staten hebben een W00-verzoek ontvangen om informatie in relatie tot de plannamen Belvédèrelaan 24 en 28 in Nunspeet openbaar te maken. Gedeputeerde Staten hebben besloten de gevraagde informatie met uitzonderingen en beperkingen te verstrekken. Deze uitzonderingen en beperkingen hebben betrekking op persoonsgegevens, persoonlijke beleidsopvattingen en er zijn passages gedeeltelijk onleesbaar gemaakt omdat die buiten de reikwijdte van het verzoek vallen. De documenten worden openbaar door middel van publicatie op https://open.gelderland.nl/woo-documenten. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na dagtekening van het besluit bezwaar maken. Daarnaast kan bij de rechter een verzoek worden ingediend voor een voorlopige voorziening om de inwerkingtreding van het besluit te schorsen. |
Nummer:
C1
Openbaresamenvatting:
Gedeputeerde Staten hebben een W00-verzoek ontvangen om informatie in relatie tot de plannamen Belvédèrelaan 24 en 28 in Nunspeet openbaar te maken. Gedeputeerde Staten hebben besloten de gevraagde informatie met uitzonderingen en beperkingen te verstrekken. Deze uitzonderingen en beperkingen hebben betrekking op persoonsgegevens, persoonlijke beleidsopvattingen en er zijn passages gedeeltelijk onleesbaar gemaakt omdat die buiten de reikwijdte van het verzoek vallen. De documenten worden openbaar door middel van publicatie op https://open.gelderland.nl/woo-documenten. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na dagtekening van het besluit bezwaar maken. Daarnaast kan bij de rechter een verzoek worden ingediend voor een voorlopige voorziening om de inwerkingtreding van het besluit te schorsen.
Concessie IJssel-Vecht; voortgang werving en uitvoeringskwaliteit
Nummer: | S1 |
Openbaresamenvatting: | Gedeputeerde Staten hebben besloten Provinciale Staten te informeren over de voortgang bij de OV-vervoerder in de regio IJssel-Vecht. Vervoerder EBS heeft in de concessie IJssel-Vecht van 14 april tot en met 14 december 2024 een aangepaste dienstregeling gereden vanwege een personeelstekort. De inspanningen van EBS op het gebied van personeel, zowel de werving van nieuw personeel als het terugdringen van het ziekteverzuim, hebben een duidelijk positief effect gehad op het aantal ritten dat gereden kan worden. |
Nummer:
S1
Openbaresamenvatting:
Gedeputeerde Staten hebben besloten Provinciale Staten te informeren over de voortgang bij de OV-vervoerder in de regio IJssel-Vecht. Vervoerder EBS heeft in de concessie IJssel-Vecht van 14 april tot en met 14 december 2024 een aangepaste dienstregeling gereden vanwege een personeelstekort. De inspanningen van EBS op het gebied van personeel, zowel de werving van nieuw personeel als het terugdringen van het ziekteverzuim, hebben een duidelijk positief effect gehad op het aantal ritten dat gereden kan worden.
Zoekgebieden kleine modulaire kernreactoren (SMR)
Nummer: | B3 |
Openbaresamenvatting: | Gelderland ziet - op basis van de energiebehoefte en koelmogelijkheden - vier kansrijke regio’s voor de komst van kleine modulaire kerncentrales, ook wel SMR’s genoemd. Dat zijn Arnhem-Nijmegen, Rivierenland, IJssel-Zuid en de Randmeren. Dat blijkt uit onderzoek van Bureau NRG, dat in kaart bracht welke omgevingsfactoren sturend zijn om dergelijke centrales te plaatsen. De beschikbaarheid van voldoende koelwater blijkt de belangrijkste. Door vervolgens dit soort gegevens te combineren met bijvoorbeeld gebruikelijke eisen die binnen een vergunning aan een centrale worden gesteld en een verwachte energievraag, wordt een zoekgebied inzichtelijk. We zien een rol voor kleine modulaire kerncentrales (SMR) binnen de energiemix van Gelderland. Daarom is in de zomer van 2024 een actieplan vastgesteld. Het streven is om uiterlijk in 2026 zicht te hebben op ten minste 2 locaties die voor een SMR geschikt zijn. Met dit technische onderzoek gaat het college een onderbouwd gesprek aan met Gelderse gemeenten om de zoekgebieden nader in te kleuren met maatschappelijk en politiek draagvlak. |
Nummer:
B3
Openbaresamenvatting:
Gelderland ziet - op basis van de energiebehoefte en koelmogelijkheden - vier kansrijke regio’s voor de komst van kleine modulaire kerncentrales, ook wel SMR’s genoemd. Dat zijn Arnhem-Nijmegen, Rivierenland, IJssel-Zuid en de Randmeren. Dat blijkt uit onderzoek van Bureau NRG, dat in kaart bracht welke omgevingsfactoren sturend zijn om dergelijke centrales te plaatsen. De beschikbaarheid van voldoende koelwater blijkt de belangrijkste. Door vervolgens dit soort gegevens te combineren met bijvoorbeeld gebruikelijke eisen die binnen een vergunning aan een centrale worden gesteld en een verwachte energievraag, wordt een zoekgebied inzichtelijk. We zien een rol voor kleine modulaire kerncentrales (SMR) binnen de energiemix van Gelderland. Daarom is in de zomer van 2024 een actieplan vastgesteld. Het streven is om uiterlijk in 2026 zicht te hebben op ten minste 2 locaties die voor een SMR geschikt zijn. Met dit technische onderzoek gaat het college een onderbouwd gesprek aan met Gelderse gemeenten om de zoekgebieden nader in te kleuren met maatschappelijk en politiek draagvlak.
Antwoord op statenvragen over het voorkomen van belangenverstrengeling binnen het netwerk van de provincie Gelderland (PS 2025-0022)
Nummer: | C8 |
Openbaresamenvatting: | Gedeputeerde Staten (GS) beantwoorden vragen van Statenlid Rik Loeters van de BBB over het voorkomen van belangenverstrengeling tussen partijen en personen die de provincie adviseren en bij de uitvoering van het beleid zijn betrokken. GS geven in hun beantwoording aan bij de opdrachtverlening aanbestedings- en inkoopregels te hanteren die voldoen aan de Beleidsregels aanbesteding Gelderland 2013 de Aanbestedingswet 2012. GS nemen op basis hiervan maatregelen om belangenconflicten tijdens een aanbestedingsprocedure tegen te gaan. Zo moeten externen, die betrokken zijn bij een aanbesteding, een verklaring integriteit aanbesteding invullen en een verklaring over de financiële toestand, bekwaamheden en geschiktheid van een ondernemer voor een aanbestedingsprocedure. Daarnaast moeten werknemers van de provincie Gelderland hun nevenwerkzaamheden opvoeren in een digitaal register. Hierbij wordt ook gevraagd naar de naam van het bedrijf of de instelling waarvoor de werkzaamheden worden verricht. Wanneer het functioneren van de provincie of de ambtenaar in kwestie in het gedrang kan komen, kan de werkgever besluiten om de nevenwerkzaamheden niet toe te staan of hier voorwaarden aan te verbinden. Verder vraagt Rik Loeters of GS het verzoek om opnieuw naar de natuur instandhoudingsdoelen te kijken kan ondersteunen als deze niet helemaal onafhankelijk tot stand zijn gekomen. GS geven aan dat er geen reden is om aan te nemen dat de instandhoudingsdoelen niet op een juiste wijze tot stand zijn gekomen. Het vaststellen van de instandhoudingsdoelen is een bevoegdheid van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). De Minister heeft ongeveer 10 jaar geleden de aanwijzingsbesluiten voor de Natura 2000-gebieden vastgesteld met daarin de instandhoudingsdoelen voor de in die gebieden aangewezen habitattypen en soorten. |
Nummer:
C8
Openbaresamenvatting:
Gedeputeerde Staten (GS) beantwoorden vragen van Statenlid Rik Loeters van de BBB over het voorkomen van belangenverstrengeling tussen partijen en personen die de provincie adviseren en bij de uitvoering van het beleid zijn betrokken. GS geven in hun beantwoording aan bij de opdrachtverlening aanbestedings- en inkoopregels te hanteren die voldoen aan de Beleidsregels aanbesteding Gelderland 2013 de Aanbestedingswet 2012. GS nemen op basis hiervan maatregelen om belangenconflicten tijdens een aanbestedingsprocedure tegen te gaan. Zo moeten externen, die betrokken zijn bij een aanbesteding, een verklaring integriteit aanbesteding invullen en een verklaring over de financiële toestand, bekwaamheden en geschiktheid van een ondernemer voor een aanbestedingsprocedure. Daarnaast moeten werknemers van de provincie Gelderland hun nevenwerkzaamheden opvoeren in een digitaal register. Hierbij wordt ook gevraagd naar de naam van het bedrijf of de instelling waarvoor de werkzaamheden worden verricht. Wanneer het functioneren van de provincie of de ambtenaar in kwestie in het gedrang kan komen, kan de werkgever besluiten om de nevenwerkzaamheden niet toe te staan of hier voorwaarden aan te verbinden. Verder vraagt Rik Loeters of GS het verzoek om opnieuw naar de natuur instandhoudingsdoelen te kijken kan ondersteunen als deze niet helemaal onafhankelijk tot stand zijn gekomen. GS geven aan dat er geen reden is om aan te nemen dat de instandhoudingsdoelen niet op een juiste wijze tot stand zijn gekomen. Het vaststellen van de instandhoudingsdoelen is een bevoegdheid van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). De Minister heeft ongeveer 10 jaar geleden de aanwijzingsbesluiten voor de Natura 2000-gebieden vastgesteld met daarin de instandhoudingsdoelen voor de in die gebieden aangewezen habitattypen en soorten.