In deel 1 las u waarom de politiek wil dat we werken aan een inclusief Gelderland. In dit 2e deel vertellen onze medewerkers hoe we dat doen.
Focussen op talent
Nynke Peters en Youssef Khnafssi (P&O) helpen de organisatie inclusiever te worden. Khnafssi: “In de waan van de dag kies je snel voor de bekende weg. Maar het kan ook anders.”
“En beter”, vult Peters aan. “Ik zie dat inclusieve teams oog hebben voor elkaar en productiever zijn. Doordat iedereen op een eigen manier werkt, krijg je andere resultaten dan alleen de standaard antwoorden. Je komt het dagelijks tegen, hoe verschillend we zijn, maar ook hoe vergelijkbaar. Dat zie je vaak niet aan de buitenkant. Om collega’s daarover te laten nadenken, organiseren we onder meer workshops en inspiratiesessies.”
Khnafssi: “Ook met de stappen erna helpen we: het talent vinden dat we voor ons werk nodig hebben. We focussen ons op wat mensen kunnen.”
Peters: “Het gaat erom dat iedereen zich veilig voelt, een onderdeel van onze organisatie is, zichzelf kan zijn. Dát is inclusie. We bieden coaching en loopbaanbegeleiding, voor alle collega’s die dat nodig hebben.”
Khnafssi: “De kracht van diversiteit wordt nog onderschat. Sommige mensen met autisme bijvoorbeeld kunnen enorm goed focussen op specifiek werk. Dat is hun kracht.” Peters: “Inclusie is niet mijn verhaal. Het is het verhaal van de organisatie. En van de mensen waarover het gaat. Zij vertellen dat veel beter.”
Begrip, geduld en duidelijkheid
Ondanks zijn universitaire opleiding vond Maarten Ghielen moeilijk een baan. “De zoektocht kostte mij het beetje zelfvertrouwen dat ik had.” Omdat een medewerker ondersteuning nodig had, werd hij aangenomen als projectsecretaris verstedelijkingsstrategie Arnhem-Nijmegen-Foodvalley. Vanwege zijn autisme valt hij onder de Participatiewet en hielp het WERKbedrijf. “Ik had natuurlijk liever gehad dat deze weg niet nodig was, maar ik ben provincie dankbaar voor de kans en hoop dat meer organisaties het gesprek aangaan. Ik krijg de ruimte mezelf te ontwikkelen en ook al vind ik het vervelend om toe te geven, de jobcoach is heel belangrijk. Collega’s hebben met mij net wat meer geduld en ik krijg de tijd om mijn vragen te stellen. Met begrip, geduld en duidelijkheid is veel op te lossen. Een minder gehaaste omgeving en goede afspraken doen wonderen voor iedereen. Kijk naar het stijgende aantal burn-outs. Haal de haast eruit.”
Leren van verschillen
Tot eind 2021 loopt ons traineeship voor statushouders. Door een baan voel je dat je bij de maatschappij hoort en iets kunt bijdragen. Dan gaat integreren sneller, vertellen de zussen Dana en Mina al Mashhadani. Mina: “De provincie kijkt naar iemands talent en wat diegene kan bieden. Ook wordt gezien dat we andere dingen nodig hebben dan reguliere trainees. We leren over de Nederlandse werkcultuur en krijgen hulp met de taal. De extra begeleiding de eerste tijd maakt dat we ons veilig voelen. Heel belangrijk na alles wat we hebben meegemaakt.”
Dana: “Ze moedigen ons aan de taal niet als barrière te zien en onszelf te tonen. Het belangrijkste is dat we elkaar begrijpen en samen het werk doen.”
Mina: “Het traineeship is de eerste stap. Nu zijn we klaar om zelfstandig te werken binnen de organisatie.” De zussen hopen dat ze na het traineeship mogen blijven. Beiden zijn ervan overtuigd dat nog meer samenwerken met allerlei verschillende mensen goed is voor de provincie. Dana: “Veel onderzoeken bewijzen dat diversere teams innovatiever zijn en betere diensten en producten leveren.” Mina vult aan: “Wij leren niet alleen veel van collega’s, zij ook van ons. Het is goed dat de provincie openstaat voor nieuwe ideeën en perspectieven uit andere culturen. En we kunnen een schakel vormen naar een groep die over het algemeen slechter wordt bereikt door overheidscommunicatie. De provincie heeft veel moeite voor ons gedaan, nu willen we graag iets terugdoen.”
Woorden hebben effect
In 2021 namen we onze nieuwe directeur Miriam Nienhuis aan. Ook zij merkte dat we bij onze zoektocht naar medewerkers inclusief willen zijn. “In de vacature was er aandacht voor, en daarna in elk gesprek tijdens de selectieprocedure. In mijn eerdere werk bij een gemeente leerde ik hoe we in dienstverlening soms onbedoeld niet-inclusief zijn. Vooral in taal kan het onbewust misgaan. Het gaat er niet alleen om of woorden makkelijk genoeg zijn, maar ook hoe ze overkomen op mensen met verschillende achtergronden. Zo wilde iemand iets doen voor de arme mensen in de stad. Hij sprak over ‘wij academici’. Dan ontstaat afstand, wij versus zij. Een wethouder met een Turkse achtergrond wees me erop hoe we statistisch onderzoek doen. ‘Alleen door het feit dat ik in de wijk woon, daalt de sociaal-economische positie.’ Omdat mensen met een niet-Nederlandse achtergrond in een hokje worden geduwd. Maar iemand is meer dan een Turkse achtergrond, beperking enzovoort.
Ik vind het mooi dat we mensen met diverse achtergronden werven, en collega’s laten zien hoe je bijvoorbeeld om kunt gaan met een dove collega. Collega's en werkgevers moeten soms een beetje geholpen worden. Positieve voorbeelden helpen daarbij. En we mogen benoemen dat het soms lastig is, want dat is het. De meeste mensen zoeken sneller naar gelijkheid dan diversiteit. Kijk maar in de klas, je kiest kinderen die op je lijken. Het kan ongemakkelijk zijn het verschil op te zoeken, maar dat is wel waardevol. We moeten een brug bouwen vanaf beide kanten, en daar wil ik bij helpen.”
Toegankelijk gebouw
Inclusie heeft ook te maken met ons gebouw, weet Salvatore Cocco (hoofd Facilitaire dienstverlening). “Onze medewerkers achter de balie horen als eerste wanneer iemand de weg niet kan vinden. We kregen een keer een filmpje te zien over hoe lastig het is voor mensen met een visuele beperking om vanaf het station veilig naar het Huis der Provincie te lopen. En hoe erg laaggeletterden vanwege onduidelijke bordjes moesten zoeken. We waren erg ontdaan; daar hadden we nooit over nagedacht. Mijn collega’s van de receptie zijn nu heel alert en maken bijvoorbeeld simpele routebeschrijvingen voor in het gebouw. We willen dat ons gebouw toegankelijk is. We mochten en mogen sommige aanpassingen niet doen, omdat het een monument is. En er zijn meer uitdagingen. In gesprekken met architecten ontdekte ik dat inclusief ontwerpen niet aan bod komt in de opleiding. Dat verbaasde mij enorm. Door onze wens is het ontwerp voor het nieuwe deel van ons gebouw aangepast. Zo vond de architect dat het bordes het mooist was als het helemaal open zou zijn. Dus ook geen leuning langs de trap. Maar sommige mensen hebben die leuning nodig, dus die kwam er. Het gebouw staat er nu een paar jaar en we blijven verbeteren. Corona leerde ons dat deurklinken ziektes kunnen overbrengen. Als we deuren op vaak gebruikte routes automatisch laten opengaan, maken we die meteen toegankelijk voor mensen die moeite hebben met deuren openen.
We moeten niet denken: we nemen iemand aan en dan komt het goed. We moeten ons ervan bewust zijn dat niet iedereen hetzelfde is. Ik loop zomaar een trap op of zoek iets online, maar voor een ander kan dat lastig of onmogelijk zijn. Daarom is het goed dat ook de provinciale politiek er aandacht voor heeft.”
Een Gelderland voor iedereen
We willen dat iedereen in Gelderland mee kan doen. Daarom ondersteunen we Gelderse gemeenten en projecten, vertelt Sietske Beiboer (programma Leefbaarheid). “Met de monitor Welbevinden onderzoeken we hoe het gaat met de Gelderlanders. Daaruit blijkt bijvoorbeeld dat mensen met een fysieke beperking vaker het gevoel hebben dat ze niet mee kunnen doen aan de samenleving. Dan weet ik dat we daar extra op moeten letten. We doen ook onderzoek naar de regenbooggemeenschap. De resultaten delen we met gemeenten, zodat zij handvatten krijgen om mensen zich veiliger te laten voelen. Zo weten we dat gemeenten worden gezien als voorbeeld, en dat lhbtiq+‘ers zich gesteund voelen als een gemeente de regenboogvlag hijst of er genderneutrale toiletten zijn. Met Gelderland loves to move stimuleren we samen met gemeente Nijmegen dat iedereen zich welkom voelt bij sportclubs. We doen mee aan Orange the World, een actie tegen geweld tegen vrouwen. De Leefbaarheidsalliantie helpt alle Gelderlanders, die iets willen betekenen voor hun buurt, wijk of dorp. Zo kan ik nog wel even doorgaan”, lacht Beiboer. “Er gebeurt al heel veel.”
Zorgen dat iedereen mee kan doen, dat moeten we regelen als geheel, vindt Beiboer. “Stel we hijsen de regenboogvlag, maar op formulieren moet je kiezen tussen man of vrouw. Dan zijn we er nog niet. Dus blijf ik vragen stellen. Samen komen we steeds verder.”