In dit artikel uit de reeks over diversiteit en inclusie in Gelderland geven we een kijkje in de wereld van de provincie. We knippen het stuk in 2 delen. In deel 1 zoomen we in op provincie Gelderland als politieke organisatie. Provinciale Staten vertegenwoordigen de inwoners van Gelderland. Zij bepalen de kaders voor ons beleid. Gedeputeerde Staten, het dagelijks bestuur, voeren dit uit. In dit deel leest u hun wensen en plannen. In deel 2 vertellen onze medewerkers over provincie Gelderland als werkgever.
Statenleden Marilyn A-Kum, Céline Blom en Peter Hendriks vertegenwoordigen heel verschillende politieke partijen, maar over het belang van inclusie en diversiteit zijn ze het roerend eens. Iedereen moet mee kunnen doen, en daar moet de provincie bij helpen.
Blinde vlekken zien
Marilyn A-Kum (PvdA): “Veel mensen weten niet precies wat de provincie doet. En onze procedures kunnen best statig en ouderwets zijn. Daardoor heeft niet iedereen het gevoel dat ze voor hen zijn. Neem onze subsidies.
Weet iedereen waar zo’n subsidie voor is bedoeld, hoe ze het formulier moeten invullen? Die drempel moet omlaag. Meedoen is aan tafel zitten, meepraten, meebeslissen. We moeten ons bewust zijn van hoe we onbewust over dingen denken. Ik ben manager van een stichting en moest laatst een adviseur aannemen. Op sommige sollicitanten had ik iets aan te merken. Toen werd me gevraagd of dat, ertoe deed. Nee, besefte ik. Het ging op dat moment om de beste persoon vinden voor dit werk, niet wat ik daarnaast van iemand vond. Ook ik heb blinde vlekken. We moeten inwoners nog meer vragen om hun mening, en vooral moeten we onze blinde vlekken zien.”
Politiek is mensen betrekken
Provinciale Staten zijn vrij wit, met vrij veel oudere mannen, erkennen de 3 Statenleden. Céline Blom (D66): “Dat we nog niet heel divers zijn, vind ik echt jammer. Als er weinig vrouwen zijn, of mensen met een andere achtergrond, praktische opleiding enzovoort, voelen mensen uit die groepen ook niet de neiging zich aan te sluiten. Ik zit in een werkgroep over jongeren en politiek. Die is heel divers: qua leeftijd, opvattingen en overtuigingen. Door andere ideeën ga je anders nadenken. Daardoor nemen we betere besluiten en we spreken een bredere groep aan.”
Peter Hendriks (VVD): “Ik vind het mooi als de kieslijsten divers zijn. Inwoners kunnen dan stemmen op mensen met verschillende achtergronden. Door diversiteit spreek je andere mensen aan, die dan ook betrokken zijn. Politiek is mensen betrekken, een boodschap hebben voor mensen. Dat werkt makkelijker met diversiteit in je partij.”
Ideale positie om te helpen
Als provincie zetten we ons in voor inclusie in Gelderland. Bijvoorbeeld voor de acceptatie van mensen met een lhbtiq+-achtergrond. Blom: “Die kan beter en daar kunnen wij bij helpen. De provincie organiseert evenementen en doet onderzoek. En we hingen op Coming Out Day de regenboogvlag uit. Het effect van dat symbool moeten we niet onderschatten. Ik denk echt dat dat een verschil maakt.
Ook in het onderwijs en op de arbeidsmarkt is het belangrijk dat iedereen zichzelf mag zijn en mee kan doen. De personeelstekorten creëren kansen voor meer diversiteit. Als provincie hebben wij de ideale positie om bedrijfsleven, onderwijs en overheden bij elkaar te brengen, zodat ze elkaar ontmoeten en beter gaan samenwerken. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat nieuwkomers zo snel mogelijk kunnen meedoen. Meedoen is voor mij onderwijs of een baan waarin je je gewaardeerd voelt. Maar uiteindelijk moeten bedrijven het doen.”
Beleid voor een inclusief Gelderland
We willen graag dat andere organisaties inclusiever worden, dus moet de provincie het goede voorbeeld geven, vinden de 3 Statenleden. Door bijvoorbeeld medewerkers met allerlei achtergronden in dienst te nemen, een toegankelijk gebouw, de manier waarop we mensen betrekken en subsidies geven. Hendriks: “In de organisatie waar ik werkte, waren meer vrouwen dan mannen. Dan is het niet bijzonder dat de leidinggevende een vrouw is. Het is het mooist als je er niet meer bij stil hoeft te staan, als het vanzelfsprekend is. Dat is het nog niet.”
“Dus moeten we blijven zoeken naar wat we nog meer kunnen doen”, vult Blom aan. A-Kum: “We moeten nog te veel over inclusie nadenken, dus gebeurt het niet vanzelf. Daarom moeten we beleid maken en kijken waar we anderen een kans kunnen geven. Het begint ermee dat we het samen voor elkaar willen krijgen. Niet alleen als het makkelijk is, maar ook als het moeilijk is. Verschillen leren zien is een verrijking. Elkaars verhaal kennen is daarbij heel belangrijk. Het gaat erom wat we doen. Dan stralen we uit dat we een samenleving willen waarin iedereen mee kan doen.”
In de praktijk
Gedeputeerde Peter Kerris: “Iedereen hoort erbij in onze maatschappij, ongeacht wie je bent, waar je vandaan komt of wat je denkt. Dat komt in allerlei aspecten van ons werk terug. Zoals bij leefbaarheid, dat is gericht op sociale verbinding. En we willen cultuur toegankelijk maken voor iedereen. Zelf houd ik me onder andere bezig met onderwijs en arbeidsmarkt. We willen dat iedereen mee kan doen op de arbeidsmarkt. Want iedereen is nodig om de uitdagingen van onze tijd het hoofd te bieden, zoals klimaatverandering, de energietransitie en de digitalisering. Je hoeft maar een krant open te slaan of het gaat over het personeelstekort in de bouw, het onderwijs of de zorg. Inclusie helpt bij het oplossen van die tekorten. Het gaat er niet alleen om wat je weet, maar ook wat je kan. We moeten niet alleen kijken naar diploma’s of cv, maar naar wat iemand kan bijdragen. Iedereen heeft talenten. Hoe zorg je dat die kunnen worden benut? Dat vraagt ook wat van onze werkgevers. Als bedrijven kijken of ze hun bedrijf kunnen inrichten aan de hand van de talenten die ze nodig hebben, kunnen ze concurrenten een stapje voor zijn. Ik heb al Gelderse bedrijven gezien die zo een maatschappelijke bijdrage leveren én hun brood verdienen.”
Andere perspectieven zijn goed voor ons werk
“Als overheid hebben we een voorbeeldfunctie. Door zelf inclusiever te worden, inspireren we anderen. We zijn op de goede weg, maar hebben nog een hoop te doen. In mijn 10 jaar bij de provincie is veel veranderd. Teams zijn veel diverser en inclusiever door mensen met verschillende achtergronden: sociaal-economisch, leeftijd, gender, afkomst enzovoort. Door die verschillende perspectieven wordt het werk beter. Een fantastisch voorbeeld vind ik onze traineeships. Door het Gelders traineeship geven we jonge talenten de kans zich te ontwikkelen. En door ons traineeship voor statushouders krijgen mensen die uit onveilige landen naar Nederland zijn gevlucht een kans een toekomst op te bouwen en hier werkervaring op te doen.
Jonge mensen hebben hele andere belevingen dan we binnen onze organisatie gewend zijn. En het maakt heel wat verschil of je zoals ik bent opgegroeid in een dorp, gaat studeren en daarna werken, of dat je opgroeit in een buitenwijk van Teheran, onder druk van oorlog vlucht met alleen de kleren die je aan hebt en hier een bestaan hebt opgebouwd. 2 heel andere perspectieven die goed zijn voor ons werk als overheid. De traineeships laten zien dat het kan: jonge onervaren mensen en mensen die houvast zoeken in Nederland een toekomst bieden en tegelijk mooie resultaten boeken voor je organisatie.”
We worden dus zelf steeds inclusiever en stimuleren andere organisaties in Gelderland dat ook te doen. Hoe we dat precies doen, dat vertellen onze medewerkers u graag zelf in het 2e deel van dit artikel.