Herstelprogramma Beken
Digitale versie herstelprogramma
Download de .pdf van het herstelprogramma.Natura 2000-doelen
In dit herstelprogramma staan maatregelen voor de volgende Natura 2000-habitats en vogel- en habitatrichtlijnsoorten.
Vogel- en habitatrichtlijnsoorten
- Beekprik
- Rivierdonderpad
- Drijvende waterweegbree
- IJsvogel
- Meervleermuis
Habitattypen (Landschapstypen)
- Beken en rivieren met waterplanten (waterranonkels)
- Vochtige, alluviale bossen
Deze soorten zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van en gebonden aan de beken op de Veluwe. Uitzondering hierop is de meervleermuis. De Veluwe is aangewezen voor de meervleermuis vanwege de aanwezigheid van belangrijke overwinteringsverblijven in bunkers en kelders. Omdat de meervleermuis wel een aan watergebonden soort is, en in geen van de andere herstelprogramma’s werd opgenomen, is ervoor gekozen de soort op te nemen in het herstelprogramma Beken.
Knelpunten en maatregelen
Het grondwatersysteem van de Veluwe zorgt al decennia voor een voortdurende aanvoer van relatief koel en helder, maar ook voedselarm en zacht water in de beken. Ondanks de verdroging van de Veluwe, bleven de meeste beken het jaarrond watervoerend. In de zeer droge zomer van 2018 kwam hier verandering in en vielen grote delen van de Veluwse beken droog. Het grondwatersysteem op de Veluwe werkt traag. Daardoor werden de effecten bij sommige beken - met name aan de zuidkant van de Veluwe - pas later zichtbaar.
- Zonder voldoende water in de beken kunnen de Natura 2000-instandhoudingsdoelen niet worden gehaald. In het herstelprogramma zijn daarom verschillende maatregelen opgenomen om de hydrologische situatie in en rond de beken te herstellen en te verbeteren.
- In veel van de Veluwse beken gaat naast de watervoerendheid ook de waterkwaliteit achteruit. Zo zijn invloeden vanuit de landbouw vaak tot in de sprengen en brongebieden terug te vinden. Stroomafwaarts neemt de invloed van meststoffen toe en is het water harder geworden. Daarom zijn in het herstelprogramma maatregelen uitgewerkt om de waterkwaliteit in de beken te verbeteren.
- Barrières in de beek hebben grote effecten op bijvoorbeeld de beekprik, de rivierdonderpad en hun voortplanting. In het herstelprogramma zijn meerdere maatregelen opgenomen om die barrières op te lossen, om de beken beter ‘begaanbaar’ te maken.
- Beken met weinig variatie en dynamiek zijn minder geschikt als paai-, opgroei- en leefgebied voor de beekprik en rivierdonderpad. Dit zorgt ook voor minder voedselaanbod voor de beekprik, rivierdonderpad en ijsvogel.
- Drijvende waterweegbree, teer vederkruid, klimopwaterranonkel, waterviolier en andere plantensoorten gedijen niet goed bij weinig variatie en te intensief beheer. In het herstelprogramma zijn meerdere maatregelen opgenomen om variatie in en rondom beken te vergroten en effecten van beheer beter in beeld te krijgen.
Meervleermuizen
De meervleermuizenpopulatie op de Veluwe lijkt de laatste jaren stabiel. Daarmee worden de instandhoudingsdoelen voor de soort behaald. Aangezien de op de Veluwe aanwezige meervleermuizenpopulatie kwetsbaar is vanwege het beperkte aantal geschikte verblijfplaatsen, zijn er wel maatregelen opgesteld die bijdragen aan het beschermen, beheer en behoud van de verblijfplaatsen en goede monitoring van de soort en zijn leefgebied.