Het college van Gedeputeerde Staten (GS) heeft eind september besloten om te blijven werken aan de doelen in het landelijk gebied. Met prioriteit voor uitvoering op de Veluwe en omliggende agrarische gebieden en Winterswijk. Tegelijkertijd gaan GS met het Rijk in gesprek over meer geld voor een vitaal landelijk gebied. In deze nieuwsbrief lichten we het besluit toe.
Aanleiding
Voor de opgaven in het landelijke gebied maakten we in opdracht van het vorige kabinet het conceptprogramma Vitaal landelijk gebied Gelderland (VLGG). Voor het uitvoeren hiervan hebben we berekend dat we in totaal circa € 10 miljard nodig is uit het zogenoemde Transitiefonds. We hebben op dit moment echter slechts € 877 miljoen beschikbaar. Het kabinet trok het Transitiefonds en het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) in en heeft in het Regeerakkoord een nieuw plan aangekondigd voor de aanpak van de wettelijke opgaven en de doorontwikkeling van de landbouw. Op dit moment is daar nog onduidelijkheid over en daarom namen Gedeputeerde Staten een besluit over hoe we nu in de provincie Gelderland verder gaan met het uitwerken van de opgaven in het landelijk gebied. We stellen, door deze onduidelijkheid, het programma VLGG voorlopig niet vast. Meer informatie over het besluit is te vinden in het statensysteem (nummer 790).
Het besluit in 4 punten
- We gaan door met het uitvoeren van maatregelen. Het geld dat we van het Rijk hebben gekregen (€ 877 miljoen) voor het realiseren van de wettelijke opgeven voor natuur, water, stikstof en klimaat zetten we zoveel mogelijk in voor de gebieden met de grootste opgaven: de Veluwe en omliggende gebieden (Gelderse Vallei, Randmeerkust, IJsselvallei, enclaves en Veluwezoom) en voor Winterswijk. Dit is bestaand geld dat grotendeels afkomstig is van het Rijk. Met een deel van het geld zijn samenwerkingspartners via subsidies al aan het werk voor natuurverbetering en stikstofreductie. Een deel is nog niet besteed, maar wel specifiek gelabeld voor stikstofreductie, natuurverbetering en gebiedsgerichte aanpak (gebiedsprocessen). We zijn dus al volop bezig en alles wat we doen sluit aan bij de vertrekpunten die Provinciale Staten hebben meegegeven.
- We gaan in gesprek met het Rijk om het geld dat we hebben gekregen voor de wettelijke opgaven meer in samenhang te kunnen inzetten. En over extra middelen voor Gelderland voor onder andere doorontwikkeling van de landbouw.
- Het eventueel aanvullend geld van het Rijk uit het Regeerprogramma besteden we in eerste instantie zoveel mogelijk aan de Veluwe en omliggende gebieden (Gelderse Vallei, Randmeerkust, IJsselvallei, enclaves en Veluwezoom) en de omgeving van Winterswijk. Met prioriteit voor de meest noodzakelijke maatregelen om de wettelijke doelen te kunnen realiseren. Denk hierbij aan herstelmaatregelen in Natura 2000-gebieden, verbeteren van biodiversiteit in de omgeving van Natura 2000-gebieden en maatregelen voor het verminderen van stikstof.
- Ook gaan we voor 16 gebieden aan de slag met (pre)verkenningen. Dit doen we in nauwe samenwerking met betrokken overheden. Het gaat om de volgende 16 gebieden bij de Veluwe, Winterswijk en daarbuiten: Binnenveld, Ede-Barneveld, Groene Valleilint, GEUS, IJsselvallei (en Hoenwaard), Renkums Beekdal, Veluwezoom, Winterswijk, Baakse Beek, Haarlo-Olden Eibergen, ‘t Klooster, Stelkampsveld, het GMR-Middengebied, Gelderse Poort en Rijk van Nijmegen. Een aantal van deze gebieden is al volop aan de slag.
De betekenis van dit besluit voor de regio’s
Het concept ontwerpprogramma VLGG zoals dat er nu ligt, geeft inzicht in het in samenhang bereiken van de doelen en opgaven voor stikstof, natuur, water en klimaat in het landelijk gebied in combinatie met de doorontwikkeling van de landbouw. Omdat er nu onvoldoende zicht is op voldoende geld om dit te bereiken in Gelderland, zijn prioriteiten nodig. Eerst doen wat het meest urgent is, waar middelen voor beschikbaar zijn en waar al afspraken over zijn gemaakt met het Rijk. Dit betekent dat we met prioriteit de maatregelen voor stikstofreductie en natuurverbetering uitvoeren op de Veluwe en omliggende gebieden (Gelderse Vallei, Randmeerkust, IJsselvallei en Veluwezoom) en de omgeving van Winterswijk. Dit besluit betekent helaas dat we voor andere gebieden (zoals Achterhoek en Rivierengebied) op korte termijn vrijwel geen geld beschikbaar stellen voor stikstofvermindering en natuurverbetering. In deze gebieden zijn wel andere, bestaande subsidieregelingen van de Europese Unie, het Rijk en de provincie beschikbaar zoals regelingen voor land- en tuinbouw en natuur (selecteer bij thema: natuur). Ook gaan we met het Rijk in gesprek op zoek naar aanvullende middelen waarbij we ook aandacht hebben voor de opgaven in deze andere gebieden.
Hoe het verder gaat
Samen met gemeenten, waterschappen, natuur- en landbouworganisaties en boeren en tuinders gaan we verder met de uitvoering van projecten en het ondersteunen van initiatieven voor natuur, water, stikstof en klimaat in het landelijk gebied. Daar waar het kan, leggen we de koppeling met andere opgaven zoals wonen, werken, recreatie. We bespreken het besluit van GS met onze samenwerkingspartners aan de zogenoemde opgavetafels en sectortafels. Zodra er meer duidelijkheid komt van het Rijk kunnen we de vertaling maken voor Gelderland over hoe we verder kunnen werken aan het landelijk gebied. We informeren u dan weer via deze nieuwsbrief.
Heeft u ondertussen vragen over het besluit, dan kunt u ze stellen via het Provincieloket op een van deze manieren.