We berekenen het effect dat we verwachten van bronmaatregelen, die moeten zorgen voor minder stikstofuitstoot en -neerslag. En we kijken naar het effect van natuurmaatregelen, die ervoor moeten zorgen dat de natuur herstelt, sterker wordt en tegen een stootje kan.
Meten en monitoren stikstof in Gelderland
Meten van bronmaatregelen
Wij volgen de voortgang van de uitvoering van onze maatregelen. Jaarlijks rekenen we het effect van de Gelderse maatregelen door op basis van de stand van zaken. We maken hierbij gebruik van de landelijke rekenkundige uitgangspunten. Deze doorrekeningen leveren inzicht in het effect op de stikstofdepositie en dus de gevolgen voor het behalen van de KDW in de kwetsbare Natura 2000-gebieden.
Stikstofberekeningen worden gemaakt met behulp van het rekenprogramma Aerius. De in Aerius berekende achtergronddepositie wordt door het RIVM geijkt op basis van depositiemetingen in het veld op enkele plaatsen. In Gelderland rekenen we voorlopig alleen met modellen.
Meten van natuurmaatregelen
Wat is robuust systeemherstel en wanneer zijn de natuurdoelen bereikt? We streven immers naar een goede staat van instandhouding volgens de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR). Samen met de Wageningen Environmental Research (WenR) en de provincies Brabant en Limburg hebben wij hiervoor een beoordelingskader ontwikkeld. Dit kader geeft inzicht in de effectiviteit van maatregelen in termen van onvoldoende naar voldoende en uiteindelijk naar een goede staat van instandhouding (SVI).
Dit beoordelingskader gebruiken wij voor de goedkeuring van de natuurherstelmaatregelen in GMS.
Effect van bronmaatregelen
Alle afgesproken maatregelen rekenen we door op effect op de stikstofdepositie. Het effect van een vermindering van de uitstoot op de neerslag is afhankelijk van de afstand en de ligging van een (emissie)bron ten opzichte van een natuurgebied, maar ook van de soort stikstofverbinding. Uitstoot van ammoniak (NH3) heeft een andere effect op de depositie dan uitstoot van stikstofoxide (NOx).
Monitoring
Gelderland werkt met OnePlanet Research Centre aan een pilotproject om te testen of sensoren, die zijn ontwikkeld voor het meten van luchtkwaliteit, geschikt zijn om NOx-emissie te meten rond industriële locaties en boerenbedrijven. Op verschillende plekken bij industriële bedrijven hangen nu sensoren, boerenbedrijven volgen nog. Ook op locaties buiten Gelderland worden sensoren geplaatst. De pilot is nodig om de sensoren te kalibreren (ijken) en om de betrouwbaarheid van de sensoren te testen. Het meten met de sensoren kan inzicht geven in de daadwerkelijke effecten van maatregelen op de stikstofemissie. Op basis van een evaluatie bekijken we of het zinvol is om de sensoren op meer plekken te gaan gebruiken.
Door in de toekomst sensortechnologie beschikbaar te maken voor ondernemers kunnen zij zelf metingen doen, daarop emissiebeperkende maatregelen nemen en vervolgens het effect van deze maatregelen monitoren.