Interview
Lees hier de uitgeschreven tekst van het interview over ‘Gestolen Kreidler’. Klik op de foto van het werk voor een grote weergave.
Olof: We gaan kijken naar een kunstwerk zonder naam van Jaap Kroneman en dat doe ik samen met Gert Jan. Wat zie je, of wat zien we hier?
Gert Jan: Ja ik zie deze al heel lang, ik werk al een tijdje voor de provincie. Ik heb hier altijd ja warme gevoelens bij. Een brommer, zwart wit foto. Een prachtige Kreidler.
Olof: Oh je weet het merk ook?
Gert Jan: ja ja daar kom ik zo nog wel op. Dat staat er ook bij he, want het is gestolen deze Kreidler. Het is eigenlijk een bijzonder kunstwerk. Het lijkt wel gewoon een flyer uit de supermarkt. Echt ergens uit de jaren70, 80 misschien. Ja wat ik hier zie is ook mijn jeugd. Ik heb zelf niet zo’n mooie Kreidler gehad, ik reed een ander brommertje. Ik bleek helemaal niet zo’n brommerrijder te zijn, maar het is voor mij nostalgisch dit plaatje.
Olof: Het doet je denken aan vroeger, aan thuis.
Gert Jan: Ja ik ben net 50 geworden, deze brommer is denk ik net zo oud zo’n beetje en die zag ik mijn jeugd rijden. Ik denk dat mijn vader nog wel gereden heeft op een veel ouder typer. Er zit heel veel associatie van mijn jeugd. En tegelijkertijd intrigeert het dus als kunstwerk. Het hangt bij ons aan de wand en ja ik vraag me altijd af wat heeft die kunstenaar nou willen vertellen. 1 ding valt mij op. ‘Bel Linda’. Het is echt een herenbrommer toch?
Olof: Dat weet ik niet.
Gert Jan: Ja het is echt een heren brommer. Damesbrommers waren puchjes met zo’n lage instap. Die zagen er niet zo uit.
Olof: Dit lijkt meer een motor eigenlijk. Ik vroeg me af of het niet een motor was.
Gert Jan: ik denk dat het gele plaatje voorop een brommer is.
Olof: Oke maar het intrigeert dus omdat je Linda moet bellen.
Gert Jan; Ja dan denk je van wie is die brommer dan, dat moet een stoer mens geweest zijn die Linda.
Olof: Er staat ook een telefoonnummer bij heb je die weleens geprobeerd?
Gert Jan: Ha nee jij wel? Wat een goede, nooit aan gedacht. Om dat te proberen. Oh wat goed.
Olof: Je zegt: het hangt hier als kunstwerk. Heb jij enig idee hoe groot hij is?
Gert Jan: Ja het is een ruim formaat, een omgeklapt white board zo’n beetje.
Olof: Een meter bij anderhalve ofzo?
Gert Jan; Ja zeker wel, het is een flinke plaat.
Olof: Ja het had ook een A4tje kunnen zijn op een lantaarnpaal.
Gert Jan: Daar lijkt het ook op, het lijkt een vergroting van de kunstenaar van een papiertje dat op een lantaarnpaal was geplakt. Maar of dat zo is, geen idee. Maar dat intrigeert me ook. Van zo’n kunstenaar die denkt: wat wil ik maken? Heeft hij dit plaatje ergens gezien? Vergroot, nageschilderd, overgeschilderd. Geen idee.
Olof: Wat voor sfeer bij jou op, want je zei al iets over associaties.
Gert Jan: Ja ik zei steeds mijn jeugd, maar ik zie ook dat het sfeertje in de zwart wit foto een beetje agrarisch, landbouw, Twents, cultuurlandschap. Het is in ieder geval geen foto middenin de stad. Die brommer heeft ergens gestaan. Hopelijk is die van Linda. Ik zou het gaaf vinden als die van een vrouw was in die tijd. Hij is ook al oud, het is wel een oude plaat. Het is niet alleen maar terugblikken op mijn jeugd vanwege die brommer. Maar ik zie het ook in het plaatje, ik zie een paar beuken, een beetje gras. Het is niet middenin de stad opgenomen. Ik ben zelf opgegroeid in Oldenzaal, een beetje deze omgeving denk ik dan. Een beetje een plattelandsbrommer, dat doet het voor mij in ieder geval.
Olof: En als je plattelandsbrommer, associaties, wat voor gevoel raakt het bij jou of wekt het op?
Gert Jan: Nostalgie. Heel klein beetje weemoed. Door mijn leeftijd denk ik. Uit de goede oude tijd.
Olof: Zou je terug willen dan, naar die periode?
Gert Jan: Eh, nee niet op die manier nee. Nee ik hoef niet terug naar die tijd. Mijn vader is dit jaar overleden, mijn moeder is al een paar jaar geleden overleden. Er zit wel iets in naar het zoeken voor foto’s bij de uitvaart. Dan ga je ook door die stapel oude foto’s. Ik heb pas nog bij een broer van mijn vader ook de foto’s door mogen bladeren. Deze foto zat daar ongeveer tussen, maar dan met mijn pa en mijn oom erop. Een soort weemoed zit er ook achter. Dat heb ik eigenlijk altijd al gehad. Ik werk hier al 20 jaar, toen ik hier met 30 binnen kwam hing dit kunstwerk er ook al. Toen had ik hetzelfde gevoel en waren mijn ouders nog niet overleden. Het gevoel is wel steeds hetzelfde gebleven. Toen ik gevraagd werd welk kunstwerk zit nou dicht bij je gevoel of in je achterhoofd. Toen wist ik bijna direct ik pak deze. Ook vanwege zijn eenvoud. Ik hou ook wel van complexe kunstwerken, van figuratief. Maar dit doet me nog steeds goed. Ik vind het ook zo mooi dat het hier bij de provincie hangt. Thuis zou ik het niet ophangen. Ik vind het ook echt iets voor op kantoor, in een werkomgeving. Bij ons, bij de provincie, word je op zoveel plekken tegenover hele mooie kunst geleid. Thuis zou ik hier niet week in, week uit willen kijken.
Olof: Dit zou je te weinig afwisselend vinden ofzo?
Gert Jan: Ja de diepgang mist
Olof: We hebben ook weleens een podcast gehad met een collega die zei: ik zou het kunstwerk thuis willen hebben.
Gert Jan: Nee. Nou nu we zo’n leuke opname maken en ik met een glimlach om mijn mond zit te praten zit je te denken ik zou hem weleens een paar weken of een jaartje thuis willen hebben. Maar niet voor altijd. Ik denk dat mijn vrouw er niks van begrijpen zal en mijn kinderen ook zeggen pap wat moet dit nou hier, dus nee. Maar eventjes nu wel. Het zit wel dichtbij me.
Olof: Mooi. Dan sluiten we daarmee af, dankjewel.