Met de uitkomsten van het planMER hebben we inzicht in de effecten van duurzame energiebronnen op de leefomgeving en het milieu. De uitkomsten helpen om een zorgvuldige onderbouwing te geven over waar mogelijke windparken, zonnevelden en duurzame warmtevoorzieningen kunnen komen. We gebruiken de uitkomsten in ieder geval voor:
1. Aanpassing van ons windbeleid. In de RES’sen staan de gebieden waar de hernieuwbare energie opgewekt kan worden die nodig is. Volgens ons huidige windbeleid kunnen initiatiefnemers ook initiatieven ontwikkelen buiten de gebieden uit de RES 1.0. We gaan ons windbeleid aanpassen, zodat het beter aansluit op de RES’en 1.0.
2. In het Klimaatakkoord staat dat de bevoegde gezagen in iedere regio de doelen uit de RES opnemen in het omgevingsbeleid. Om de doelen uit de RES vast te leggen, is milieu-informatie nodig. Dit planMER levert deze informatie op.
3. We willen samen met gemeenten en regio’s de verhouding tussen zonne- en windenergie verbeteren. Door zonne- en windenergie in samenhang te bekijken, kunnen we de verhouding ertussen beter beoordelen. Het planMER biedt milieu-informatie die de RES-partners kunnen gebruiken bij bestuurlijke keuzes over de opwek van zonne- en windenergie.
4. Regio’s kunnen de milieu-informatie uit het planMER ook gebruiken om eventueel de RES 1.0 aan te passen naar een RES 2.0 (herijking RES). Een RES 2.0 is een programma onder de Omgevingswet. Het is verplicht een planMER uit te voeren voor zo’n programma.
5. Warmte maakt onderdeel uit van de RES met de regionale structuur warmte (RSW). Gemeenten en RES-regio’s kunnen de informatie uit het planMER gebruiken bij de ontwikkeling van gemeentelijk warmtebeleid.