“Zo’n 10 jaar geleden kochten we Bolderburen om daar maatschappelijke activiteiten te organiseren”, vertelt Michel van Slobbe, protector bij Stichting Elisabeth Weeshuis. “De molen hoorde daarbij. We moesten ontdekken wat we daarmee aan moesten.” Molenaar Martin Bluijs rolde in het vak. “Ik woon om de hoek en vond Bolderburen een mooi project, dus ik wilde wel wat klusjes in de tuin doen. Ik ben beleidsadviseur, maar ook timmerman en voor ik het wist was ik druk bezig in de molen. De vorige molenaar adviseerde me de opleiding tot molenaar te volgen.” Een vak dat hij sinds 2017 beheerst. En met plezier: als Martin over de Johannamolen mag praten, houdt hij het liefst niet meer op.
De Johannamolen verbindt
Bouwpakketje met bijzondere verhalen
Toen de 10 jaar oude molen in 1888 afbrandde, werd een nieuwe gebouwd. “Toen het metselwerk klaar was en de houten kap erop moest, werd in Leerdam een poldermolen gesloopt”, weet Martin. “Het was goedkoper die kap te gebruiken, maar een poldermolen is groter. Dus werd de Johannamolen tot de helft afgebroken en zo gebouwd dat de kap wel paste. Vandaar de bijzondere vorm. Net een colaflesje. De kap, grote wielen, grote balken enzovoort zijn waarschijnlijk ouder, misschien wel tot 80 jaar. De meeste molens zijn weleens verplaatst en molenmakers gebruikten vaak onderdelen van andere molens. Alle molens zijn bouwpakketjes. Sinds 1850 zijn ontzettend veel molens gesloopt. Dat maakt deze extra waardevol.” Martin kent ook de bijzondere verhalen. “In de Tweede Wereldoorlog moest de molenaar van toen graan malen voor de Duitsers. Hij mengde er stiekem paardenbonen (een soort kleine tuinbonen) doorheen, zodat hij meer meel had. De extra’s gaf hij aan het verzet. En het verhaal gaat dat hij onderduikers in de kelder van de molen had.”
Molen heeft enthousiaste molenaar en eigenaar nodig
Met onderhoud de molen draaiend houden kon niet meer. Een grote, dure restauratie was nodig aan de wieken. De wieken moesten er zelfs af, omdat ze konden afbreken. “Dat leverde veel discussie op”, vertelt Michel. “Is die molen al die kosten waard? En is er dan ook een molenaar die zorgt dat die draait? Daarvoor is iemand nodig die niet alleen het vak beheerst, maar ook iemand die zo enthousiast is dat die er veel vrijetijd in wil steken, en die verantwoordelijkheidsgevoel heeft. Want als je de molen niet goed gebruikt of niet oplet, is het een gevaarlijke machine. Dan willen wij óók nog dat de molenaar aan anderen uitleg geeft over de molen. Omdat Martin dat allemaal bood en voor lange tijd wilde blijven, besloten we dat een draaiende molen de investering waard was.” Martin vult aan:
Wat ook nodig is, is een enthousiaste eigenaar die ervoor wil gaan. Want het is veel werk om al dat geld bij elkaar te krijgen.
Verbeteren en terugbrengen
Voor de restauratie kregen ze subsidie van provincie Gelderland. Ook het Molenfonds betaalde mee. Michel: “Omdat we het niet alleen hoefden te betalen, was het makkelijker ervoor te gaan."
Zonder hulp van de provincie hadden we mogelijk toch moeten besluiten de molen op te geven.
Er moest dan ook veel gebeuren: een schilderbeurt, nieuw bitumen op het dak, een grote houten balk vervangen. “Elke week vulde ik weer een halve emmer met stukken pleister die naar beneden waren gevallen”, vertelt Martin. 2 verdiepingen zijn opnieuw gepleisterd. Martin: “Met kalk, niet met gips. Op de ouderwetse manier. Zo moet het ook als je voor een monument zorgt.” Ook is er straks een minder krachtige wind nodig om de wieken te laten draaien. Handig, want inmiddels staat de molen niet meer alleen in een weiland, maar tussen huizen en bomen. “Maar ik vind het vooral mooi dat de molen weer wordt zoals die was”, benadrukt Martin.
Molen geeft energie
De molen is nu het middelpunt van alle activiteit in de wijk. Ook letterlijk, want je ziet hem altijd. In de tuin komen veel kinderen spelen of picknicken. Martin: “Soms staren ze minutenlang met open mond naar de draaiende wieken. Dat zoevende geluid is ook indrukwekkend. Er komen steeds meer schoolklassen naar de molen, en (groot)ouders met kinderen. Ik hoorde laatst van een vader dat zijn zoontje helemaal onder de indruk thuiskwam. Ik kan misschien leuk vertellen, maar de molen doet het. Die geeft energie.” Het buurthuis hoeft geen podium meer te huren; in de molen staat een podium dat ze in een uur kunnen opbouwen op de verhoging van de molen. “Dan kijk je uit over de hele tuin. En zodra het is opgeruimd, kunnen de wieken weer draaien”, glundert Martin. Samen vonden ze geld, vrijwilligers maakten het podium, het buurthuis organiseert de activiteiten. Michel: “Pas nu zien we echt hoe alles op Bolderburen elkaar versterkt. Dat kan je van tevoren niet bedenken. Zo’n gebouw is niet alleen stenen en onderhoud waar je geld voor terug wilt. Er gebeurt iets in de beleving van mensen die het gebruiken of er alleen maar naar kijken. Het is goed om op die manier naar monumenten te kijken.”
Mensen houden van de molen
De liefde voor de molen bleek wel toen de wieken eraf moesten. “Ik startte een crowdfunding zodat ik tijdelijk elektrisch graan kon malen. Binnen 2 weken had ik het geld binnen, en daar had ik nauwelijks moeite voor gedaan.” De verbazing klinkt in Martins stem. “En mensen bleven maar vragen wanneer de wieken terugkwamen. Rond Kerst hang ik altijd lampjes in de wieken.
Toen ik daar vanwege het weer een keer wat later mee was, kreeg ik meteen allemaal vragen of ze wel kwamen. Leuk dat ik in zo’n korte tijd een traditie ben begonnen.” Lachend voegt hij eraan toe:
De lampjes straks niet in de nieuwe wieken hangen, is geen optie!
Foto's
Foto's: Anne van der Heijden