Uit de verf: Klaas Gubbels
In deze serie “Uit de verf” brengen we 7 vrouwelijke en 3 mannelijke kunstenaars onder de aandacht. Hoewel de vorige blog ook gewijd was aan een man, doen we dat nu weer. De bijzondere aanleiding is dat kunstenaar Klaas Gubbels onlangs 90 werd. We lichten zijn werk tot medio maart 2024 uit op de garderobewand in de hal van het Huis der Provincie.
Tekst: Gabrielle de Nijs Bik, januari 2024
Iets na het afgesproken tijdstip parkeer ik mijn auto bij zijn atelier op Landgoed Lichtenbeek in Arnhem. Naast de voordeur een affiche: Klaas Gubbels 90th, koffiekannen op de achtergrond. Handgeschreven instructies bij de voordeurbel verraden dat Klaas gastvrij is. Hij beschouwt het ook als zijn plicht toe te lichten hoe zijn werk ontstaan is, hoor ik later.
Ik druk op de bel, de deur gaat open en ik hoor de hese stem van Klaas: Gabrielle! Bach op de saxofoon schalt uit de luidsprekers, maar gaat uit zodra ik binnenkom. Dat was Raaf Hekkema, zegt Klaas. Zijn grootvader heeft me ooit aangenomen op de kunstacademie, genaamd Kunstoefening. Zijn atelier, al ruim zestig jaar is vol schilderijen, beelden, ezels, potten met pennen, modellen van kannen en trechters. Aan de muur opgeprikte foto's van dierbare herinneringen en kunstwerken van goede collega's. Klaas zet koffie en vertelt dat er deze week een cameraploeg was om opnames te maken voor het programma Close-Up. We zitten aan weerszijden van zijn werktafel en ik begin met mijn vragen.
Wat is je favoriete karaktereigenschap?
Je kunt beter het woord favoriet weglaten. Mijn karaktereigenschap is dat ik calvinistisch ben. Ik kom al mijn afspraken na en ben altijd op tijd. Oei zeg ik, ik was iets te laat. Nee, zegt Klaas, ik constateer het alleen maar. Ik weet eigenlijk niet of ik dat calvinistische een positieve of een negatieve eigenschap vind.
Een andere karaktereigenschap die in mijn werk goed van pas komt is dat ik onbevangen ben, ik laat me beïnvloeden door alles wat me uitkomt en ik probeer overal schijt aan te hebben, als dat me uitkomt.
Welk natuurlijk talent zou je graag willen hebben?
Voor mij is het een grote handicap dat ik mijn talen niet spreek. Ik was ooit uitgenodigd om mee te doen aan een groepstentoonstelling in Musée d’Art Moderne in Parijs. Ik had daar dolgraag met Eduardo Arroyo (een Spaanse kunstenaar) willen praten, ik keek enorm tegen hem op. Hij had een eigen zaal in het Prado in Madrid! Een kunstenaar naar mijn hart. Ik had er de ziekte in dat ik niet met hem kon praten. Later zijn we wel bevriend geraakt.
Wat is je favoriete bezigheid?
Als ik ’s morgens op mijn atelier kom begin ik meestal met patience. En ik zie het als mijn plicht de koolmezen, roodborstjes en mussen te voeren. Eigenlijk doe ik totaal alles wat me te binnenschiet. Van tevoren weet ik nooit wat ik ga doen. Gisteravond zat ik te knoeien op mijn biljart thuis, tevens mijn werktafel. (Klaas pakt twee schilderijtjes en laat die me zien). Kijk nou, wat een achterlijke compositie! Kleuren die ik zelden samen gebruik.
Wie is je held/heldin?
Constantin Brancusi. Hij heeft hetzelfde als ik heb: met niets iets maken. Het meest sobere maken, een simpele vorm. Vooral in beelden. Dat is mijn vertaling van Brancusi.
Alberto Giacometti bewonderde ik als jonge man. Ik had graag bij hem willen studeren in de jaren zestig in Parijs. Rudi Oxenaar, directeur van het Kröller-Müller Museum in die tijd, heeft voor mij een brief aan Giacometti geschreven. Ik kreeg geen brief terug, maar wel een telefoontje van de culturele attaché in Parijs. Giacometti wilde alleen vrouwelijke assistenten.
Waar kijk je graag naar?
Eigenlijk naar alles. En dat verschilt vaak. Op de televisie kijk ik graag naar snookeren. Ik vind het soms net schaken.
Heb je een favoriete kleur?
Het was altijd ultramarijn. Maar sinds ruim een jaar heb ik geel ontdekt. Kijk, dat schilderij, help me even. (We halen samen een groot schilderij tevoorschijn met een grote gele koffiekan). Klaas zet het op een ezel. We kijken samen. Klaas zegt: het is een goed schilderij. Het is bijna klaar. Alleen dat linker puntje moet nog haaks, wat een mierenneuker! Dan signeer ik het en dan is het klaar.
En kijk daar, dat schilderij. Ik maakte het tijdens filmopnames voor Close Up eerder deze week. Klaas wijst op doek met een getekende tafel met stoelen eromheen. Ik dacht dat het een schilderij moest worden, maar nu weet ik dat het een tekening moet blijven, dat het niet geschilderd mag worden. Ik moet niet te ver gaan, klaar is klaar.
Hoe kom je tot een onderwerp?
Mijn leraar Fred Sieger heeft me opgedragen naar Morandi te kijken toen ik 17 of 18 jaar was. Ik vond het maar een saaie klootzak, maar het werk heeft me totaal in beslaggenomen. Ik heb eens geprobeerd iets te schilderen wat geen voorwerp is. Zeg maar een kan zonder tuit en zonder oor. Gewoon een pure vorm. Ik wilde weten of dat dezelfde kracht had. Dat is gelukt, kijk maar, daar hangt het. Ik weet dat ik het kan, en sindsdien schilder ik weer kannen en tafels. Maar voor mij is dat totaal elke dag anders. Daar staat bijvoorbeeld een beeld. Ik heb geen idee welke kleur het moet worden. Ik wil het zelf ook weten, maar ik kom er nu nog niet uit.
Wat wil je dat je werk teweegbrengt? Ben je tijdens het maken bezig met de toeschouwer?
Nooit van m'n leven. Ik wil graag dat ze iets kopen dat ze raakt, maar ik denk nooit aan verkoop als ik iets aan het maken ben. Als ik werk ben ik compleet egocentrisch.
Wat vind je ervan dat je werk opgenomen is de kunstcollectie van de provincie Gelderland?
Dat hoort ook zo, en daar ben ik blij om. Ik woon tenslotte in Gelderland. Ik heb een Rotterdamse mentaliteit en ik woon in Arnhem.
Vind je het fijn in Gelderland te wonen?
Gelderland is fantastisch. Ik vind zelf dat ik het mooiste atelier ter wereld heb en ik woon ook in een droomsituatie vind ik, zo vlakbij Park Sonsbeek. Arnhem is veel mooier dan ik vanuit Rotterdam ooit dacht. De Lichtenbeek, het landgoed waar mijn atelier staat, is prachtig.
Vanwege de ongelijke verdeling tussen mannelijke en vrouwelijke kunstenaars in de collectie: vind je daar wat van? Bestaat er vrouwelijke en mannelijke kunst?
Voor mij niet, daar weet ik niks van. Ik ben bezeten van Louise Bourgeois en vroeger vond ik Charley Toorop niks, nu heb ik dat leren waarderen. Maar ik zie niet of werk door een man of een vrouw gemaakt is. Dat interesseert me ook geen bal. Ik ben puur bezig met vormen die in me zitten.