Gezien haar cultuurarme achtergrond is het niet voor de hand liggend dat Göbbels voor de stadsacademie kiest. Ze is daar dan ook niet op haar plaats. In haar ogen is het te braaf en klassiek: bloemetjes en stillevens.
Na wat omzwervingen belandt ze op de Jan van Eyck academie in Maastricht, waar ze overdonderd wordt door een installatie van een medestudent uit een hoger jaar. Toch gaat ze door met schilderen. Pas na 40 jaar stopt ze daarmee om zich volledig te richten op het maken van installaties.