Koeien en natuur op één landgoed

Tussen Nijkerk en Putten ligt landgoed Oldenaller. Daar pacht familie Van de Beek grond van Natuurmonumenten. Ze hebben er een biologisch melkveebedrijf met 120 koeien. Dochter Carina: “Koeien en natuur combineren blijft een uitdaging. Maar die is ook leuk.”
Carina van Beek met haar moeder vullen potten met zuivel af

Goed zorgen voor je grond

In 2000 werd boerderij Klein Oldenaller biologisch. “Daar dachten mijn ouders al langer over na”, vertelt Carina. “Werken met wat de natuur te bieden heeft, proberen zo min mogelijk toe te voegen en meer ruimte voor de koeien, dat vonden ze mooi. Het is een stukje rentmeesterschap: goed zorgen voor de grond die je beheert. We hebben het geluk dat het hier kan: we hebben die ruimte, en Natuurmonumenten vindt dat ook een mooie manier.” Nadelen zijn er ook. “Je moet er tegen kunnen dat het gras bij de buurman altijd groener is, dat die meer melkt. Wij vinden het echt leuk om te doen. Daardoor lukt het.”

Plasdrasgebied voor vogels

De familie pacht 85 hectare grond van Natuurmonumenten. Ongeveer de helft gebruiken ze om de koeien op te laten grazen, op de rest heeft de natuur voorrang. 

Mijn vader geniet ontzettend van de natuur en vogels. Het is dus een beetje hobby, en samen met Natuurmonumenten proberen we van dit gebied een succes te maken. In overleg met hen hebben we verschillende beheerpakketten. Zo’n 25 hectare is sinds 2012 plasdrasgebied, het succes van het landgoed. We zorgen er voor de beste omstandigheden voor steltlopers.

Dat zijn vogels zoals de kievit, scholekster en grutto. “Dat doen we bijvoorbeeld door er wanneer nodig water in te pompen. De vogels broeden er en hun kuikens worden er groot. Met een ecoloog van Natuurmonumenten kijken we hoe we dat gebied het best kunnen beheren. Dat betekent elke keer bijsturen. Zo mochten er een tijd geen koeien in, omdat die de eieren zouden vertrappen. Maar toen werd het gras wel heel hoog. Nu lopen er een paar koeien om het gras korter te houden.”

Rekening houden met de natuur

Bij alles wat ze op het bedrijf doen, houden ze rekening met de natuur. “Veel percelen bemesten we niet. Daar lopen ook geen koeien. We maaien alleen. Doel: verschraling. Op andere plekken bemesten we tot 5 of 10 meter van de rand, zodat zo min mogelijk stoffen in de natuur belanden. En tussen het gras groeien klavers en andere kruiden. Daardoor kunnen er meer diersoorten leven.”

Natuur op bedrijf gebruiken is lastig

Koeien en natuur samen blijft een uitdaging, vertelt Carina. “Wat we voor de natuur doen, heeft niet veel voordelen voor ons bedrijf. We proberen bijvoorbeeld het natuurgras zo veel mogelijk te benutten, maar we hebben nog geen eureka-moment gehad. We voeren het aan de koeien, maar die geven er bijna geen melk van. Gelukkig is mijn broer voeradviseur. Hij zorgt ervoor dat ze toch binnenkrijgen wat ze nodig hebben. Belangrijk, want we willen natuurlijk dat ze gezond blijven. We verhakselen het gras ook weleens voor in de ligbox, in plaats van stro. Daar liggen ze ook prima op, en ze kunnen het meteen eten als ze willen. We blijven zoeken naar meer manieren om de natuur te gebruiken.”
 

Korte keten op de Veluwe

Carina en haar oudere broer en zussen zijn de vijfde generatie op de boerderij. “Toen mijn broer Erwin en ik ook gingen meewerken, keken we wat we erbij konden doen. Ik vind het mooi hoe gespecialiseerd bedrijven in Nederland zijn voor elk stapje in de keten. Maar die keten is heel lang. Als producent heb je weinig invloed op de prijs en hoe je product eruitziet. Ik heb dat graag zelf in de hand. Nu verkopen we op de Veluwe Klein Olden Aaller Zuivel, biologische boerenzuivel. Ik weet prima hoe ik koeien moet melken, maar producten verwerken en hygiënisch werken, dat was een heel uitzoekwerk. We bewerken de producten bijna niet. Alle vetten en dergelijke zitten er nog in. En ook toevoegingen als vanille zijn biologisch. Al dat regelen vind ik leuk. Op donderdagen bezorgen we onze melk, hangop, yoghurt enzovoort bij lokale winkels. Dan horen we verhalen van klanten. Supergaaf. Ze vinden het vooral heel lekker, en mooi dat het puur natuur is.”

Zelf denken en doen

Boer zijn in deze tijd is moeilijk, erkent Carina. 

We kunnen lastig toekomstplannen maken, omdat we niet weten wat de regels vanuit Den Haag worden. Ik geloof echt wel dat we in Nederland voor een hoop uitdagingen staan, maar ik vind dat we hier met alle sectoren samen aan moeten werken. 

"Het is belangrijk positief te blijven en vooral niet bij de pakken neer te gaan zitten, hoe lastig dat ook is. De combinatie van denken en doen, dat maakt dit werk zo leuk. De vrijheid die je hebt. Je ideeën uitwerken, bedenken wat volgens jou de beste manier is om met grond en vee om te gaan. En zorgen voor voedsel, dat is ook mooi. Zolang het lukt, blijf ik hier werken.”

Doorleren

Carina blijft doorleren. Vanaf 2023 is ze Nuffield Scholar. “Een eer, want de prijs wordt maar een paar keer per jaar uitgereikt aan agrarische ondernemers die als voorloper en toekomstig leider worden gezien.” Door die studiebeurzen kunnen ze hun kennis vergroten en studeren in landen die het best bij hun onderzoeksvraag passen. “Ik ga onderzoek doen naar hoe neventakken op het agrarisch bedrijf de verbinding tussen boer en burger verder kunnen versterken. En wat hierin het verdienmodel kan zijn voor de agrarisch ondernemer.” De kennis die de agrariërs 2 jaar lang opdoen, delen ze met hun collega’s in Nederland. Ook provincie Gelderland betaalt mee aan de studiebeurzen.

Wij helpen Gelderse agrariërs bij hun duurzaam ondernemerschap.

Het doel is dat zij vernieuwingen kunnen doorvoeren in de bedrijfsvoering en zo werken aan een toekomstbestendig bedrijf dat in balans is met de omgeving.

Meer inspiratie?

Ga terug naar het inspiratie overzicht.