Slimmer en schoner reizen met de Gelderse hubs

Het ontlasten van het wegennet draagt bij aan een beter bereikbaar Gelderland, nu en in de toekomst. Daarom werkt de provincie aan een netwerk van hubs; belangrijke schakels voor reizigers om hun overstap te maken naar een andere vorm van mobiliteit. Bron van de foto: Münchner Verkehrsgesellschaft (MVG)

Bas Kippers, projectmanager Mobiliteit: 

Hiermee willen we reizigers verleiden tot het maken van de slimste en schoonste reis.” 

Hubs zijn meer dan overstapplekken, het zijn onmisbare schakels in ketenreizen. Bas Kippers vertelt: “Een mooi voorbeeld is een treinstation waar je bijvoorbeeld met de bus of (deel)fiets aankomt en de overstap maakt naar de trein. Je stapt over op een andere vorm van mobiliteit. Een in- en uitstaphalte bij een school is dus geen hub.” De Gelderse focus ligt op regionale, stedelijke en stadrandhubs. Daarmee wil provincie Gelderland verbinden, veranderen en vergroenen. 

Regionale, stedelijke en stadrandhubs

De filedruk op het wegennet rond een stedelijk gebied neemt af als reizigers daar de overstap maken op de trein. Dit kan via de regionale hub; een klein station in een landelijk gebied met gratis parkeerplekken. Bij de stadrandhubs rijd je zover mogelijk de stad in (voorbij de industrieterreinen), zet je je auto neer en neem je een snelle hoogfrequente busverbinding of deelfiets naar de binnenstad. Een stedelijke hub is vaak een centraal station, zoals Arnhem Centraal of Apeldoorn. Kippers voegt toe: “Hier willen we reizigers die in de buurt wonen, stimuleren de fiets te pakken of te lopen naar het overstappunt.”

Kwaliteitsproblemen

Bij de ene hub zijn de voorzieningen al behoorlijk goed, maar bij de andere hub laat de kwaliteit nog flink te wensen over. Kwaliteitsproblemen zijn bijvoorbeeld een sociaal onveilige omgeving, te weinig fietsenstallingen, te krappe perrons en tunnels of het ontbreken van een to-go winkel. Maar ook de aanwezigheid van een gelijkvloerse spoorkruising kan voor problemen zorgen, omdat mensen hier onder spoorbomen doorrennen om de trein te halen. Kippers vertelt: “Dit vraagt dus om een gebiedsgerichte aanpak van de hele (stations)omgeving en niet alleen van een station of P+R zelf. Willen we dat hubs vaker gebruikt worden als overstap? Dan moet de basis in ieder geval op orde zijn. Vervolgens kunnen per type hub voorzieningen worden toegevoegd, passend bij de doelgroep waar die hub zich op richt.”

Aantrekkelijk, comfortabel en snel

Kippers voegt toe: “De wachttijdbeleving moet ook goed zijn. De reizen zelf worden heel goed gewaardeerd, maar het moment van overstappen vinden mensen vaak het slechtste punt van de reis. Terwijl we de drempel om over te stappen juist zo laag mogelijk moeten maken met korte, droge loopafstanden, veilige stallingen en de mogelijkheid op een kopje koffie. Alles om die wachttijdbeleving, het vervelende moment van de reis, plezierig te maken. En de reizigers te verleiden tot het maken van de slimste en schoonste reis: aantrekkelijk, comfortabel en snel. Want dat draagt bij aan een beter bereikbaar Gelderland, nu en in de toekomst.”