Provinciale Staten van Gelderland hebben op 7 juli 2021 het inpassingsplan Railterminal Gelderland vastgesteld.
Het inpassingsplan maakt de aanleg van de railterminal, toegangsweg en landschappelijke inpassing mogelijk. Samen met het inpassingsplan heeft Provinciale Staten ook een besluit genomen over de start van de formele onteigeningsprocedure.
Alle stukken waren sinds 19 mei 2021 al openbaar om de besluitvorming te kunnen voorbereiden. De stukken lagen tot en met 25 augutsus 2021 op papier ter inzage bij Provincie Gelderland, gemeente Overbetuwe en Waterschap Rivierenland en zijn ook digitaal te vinden op deze website. Het inpassingsplan met bijbehorende bijlagen vindt u ook op ruimtelijkeplannen.nl.
Tot en met 25 augustus 2021 was het ook mogelijk om beroep in te stellen bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Raad van State doet na ongeveer 6 maanden uitspraak over eventuele beroepen.
Hieronder vindt u stap voor stap uitleg over het inpassingsplan. Ook vindt u in de onderliggende pagina's alle documenten. Deze staan ook op een rij onder het kopje Documenten.
Veelgestelde vragen
Wat is een provinciaal inpassingsplan?
Om de railterminal te kunnen realiseren is een ruimtelijk besluit nodig, een zogenaamd provinciaal inpassingsplan. Een inpassingsplan is hetzelfde als een bestemmingsplan van de gemeente. In zo’n plan staat welke ruimtelijke ontwikkelingen op een bepaalde locatie wel of niet zijn toegestaan. Provinciale Staten neemt een besluit over een inpassingsplan.
Het inpassingsplan bestaat uit een toelichting, een set planregels, een verbeelding (plankaart) en de bij het plan behorende bijlagen. De planregels en de verbeelding vormen samen het juridische hart van het inpassingsplan. In de toelichting wordt een beschrijving van het plan gegeven en wordt ingegaan op de planologische randvoorwaarden waaraan het plan moet voldoen.
Waarom een geactualiseerd inpassingsplan voor de railterminal?
In het voorjaar van 2019 heeft eerder een ontwerp-inpassingsplan ter inzage gelegen. Hierop zijn reacties gekomen (zienswijzen ingediend). Gedeputeerde Staten besloten in het najaar van 2019 om een milieueffectrapportage (m.e.r.) te doorlopen voor de Railterminal Gelderland (RTG). De RTG zorgt namelijk voor een geringe stikstofneerslag op natuurgebieden in de omgeving.
Door het vervallen van het PAS (Programma Aanpak Stikstof) moeten de effecten van deze stikstofneerslag worden beoordeeld in een zogenaamde ‘passende beoordeling’. Een ‘passende beoordeling’ is het onderzoek waarmee de provincie de effecten van de stikstofneerslag in beeld gaat brengen. Bij een passende beoordeling moet de provincie een m.e.r.-procedure doorlopen. Het milieueffectrapport dat de provincie hiervoor opstelt, is onderdeel van het inpassingsplan. Het milieueffectrapport inclusief de passende beoordeling worden samen meegenomen in de besluitvorming over het inpassingsplan. Voor dit milieueffectrapport neemt de provincie de milieueffectenstudie ( PDF 34 MB) die ze in 2017 maakte als basis.
Het digitale milieueffectrapport geeft op een overzichtelijke manier een duidelijk beeld van de effecten die de railterminal heeft op de omgeving. Natuurlijk kunt u ook het hele rapport downloaden.
Op 12 november 2019 besloten Gedeputeerde Staten van de Provincie Gelderland een milieueffectrapportage (m.e.r.) te doorlopen voor Railterminal Gelderland (RTG). De RTG zorgt namelijk voor een geringe stikstofneerslag op natuurgebieden in de omgeving. Door het vervallen van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) moet Provincie Gelderland de effecten van deze stikstofneerslag beoordelen in een zogenaamde ‘passende beoordeling’. Een ‘passende beoordeling’ is het onderzoek dat de effecten van de stikstofneerslag in beeld brengt. Bij een passende beoordeling moeten we een m.e.r.-procedure doorlopen.
Wat is een passende beoordeling?
Natura 2000 is een Europees netwerk van natuurgebieden. De overheid heeft voor deze natuurgebieden bepaald wat er moet gebeuren om ze in stand te houden. De RTG zorgt voor een geringe stikstofneerslag op die natuurgebieden. Provincie Gelderland kan niet uitsluiten dat dit gevolgen heeft voor de instandhouding van de gebieden en moet dit dan ook onderzoeken. Dit heet een ‘passende beoordeling’ maken. De passende beoordeling geeft antwoord op de vraag: welk effect heeft de aanleg van de RTG op de instandhouding van de Natura2000-gebieden?
Wat is een milieueffectrapportage?
Bij een passende beoordeling moeten we een m.e.r.-procedure doorlopen. Hiermee brengen we de milieueffecten in beeld van de mogelijke alternatieven voor de Railterminal. Dit betekent dat we dit voor de locatie van de terminal de noord-, midden- en zuid-variant ter hoogte van de Betuwelijn/CUP onderzoeken. Ook voor de ontsluitingsweg worden meerdere mogelijkheden onderzocht. We nemen hiervoor de milieueffectenstudie uit 2017 plus de hierin opgenomen alternatieven als basis.
Er is een verschil tussen de m.e.r. en het MER:
de m.e.r. (milieueffectrapportage) is de procedure;
het MER (milieueffectrapport) is het eindresultaat.
Hoe verloopt de m.e.r.-procedure?
De m.e.r.-procedure kent vier fasen: de voorbereiding, het onderzoek, de uitwerking en het besluit.
Fase 1: de voorbereiding (eind 2019) Tijdens de eerste fase leggen we de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) (PDF 1 MB) ter inzage. De NRD beschrijft het plan van aanpak voor het onderzoek naar de milieueffecten. Ook beschrijft de NRD de alternatieven die in het milieueffectrapport (MER) met elkaar worden vergeleken. De alternatieven uit de milieueffectenstudie uit 2017 (PDF 34 MB) zullen hierin opnieuw centraal staan.
Voorafgaand aan de vaststelling hebben belanghebbenden de gelegenheid gekregen om gedurende 6 weken hun reactie in te sturen (officieel heet dit een zienswijze indienen). Van 9 januari tot en met 19 februari 2020 lag de NRD ter inzage.
Fase 2: het milieuonderzoek en vergelijking alternatieven (voorjaar 2020) Doel van het milieuonderzoek is om de positieve en negatieve effecten van de alternatieven op hoofdlijnen met elkaar te vergelijken. Daarbij wordt een breed scala aan effecten bekeken, waaronder verkeer, natuur, geluid, lucht, natuur, landschap, archeologie, etc. Wanneer de milieueffecten van de alternatieven zijn onderzocht kunnen deze met elkaar worden vergeleken. De conclusies hiervan nemen we op in het milieueffectrapport (het MER).
Vanuit de eerdere milieueffectenstudie en het ontwerp-inpassingsplan is al veel informatie en zijn onderzoeksresultaten bekend. Provincie Gelderland verwacht daarom niet dat er voor het milieueffectrapport nog aanvullende onderzoeken nodig zijn. Een uitzondering daarop vormt het onderdeel natuur, waarin de conclusies van de passende beoordeling worden opgenomen.
Fase 3: uitwerkingsfase (medio 2020) Tegelijkertijd met het besluit over het ontwerp-inpassingsplan hebben Gedeputeerde Staten een besluit genomen over het 'voorkeursalternatief'. Dit is de variant uit het milieueffectrapport die in de afweging van Gedeputeerde Staten het meest recht doet aan de belangen van het milieu, de belanghebbenden en de doelstellingen van het project.
Fase 4: besluitvormingsfase (eind 2020 / begin 2021) Het ontwerp-inpassingsplan ligt tot en met 21 oktober 2020 samen met het milieueffectrapport, de reactie op de zienswijzen (reactienota) en de passende beoordeling ter inzage, waarna Provinciale Staten een definitief besluit zal nemen over het inpassingsplan. Hierop is beroep bij de Raad van State mogelijk. De onafhankelijke Commissie m.e.r. geeft een advies over het milieueffectrapport. Hiermee eindigt de m.e.r.-procedure.
Wat zijn de grootste verschillen met IP 2019?
1. Uitwerking van het voorkeursalternatief uit de MER
Omdat voor de RTG een m.e.r.-procedure is doorlopen heeft Gedeputeerde Staten een voorkeursalternatief gekozen. Voor het milieueffectrapport is de milieueffectenstudie die in 2017 is gemaakt de basis, waarop het ontwerp-inpassingsplan uit 2019 was gebaseerd. Het voorkeursalternatief is dan ook gelijk aan het alternatief van het ontwerp-inpassingsplan uit 2019.
2. Geactualiseerde en/of toegevoegde onderzoeken
Het akoestisch onderzoek is geactualiseerd: geluidsmetingen van piekgeluiden zijn toegevoegd en de belasting in Slijk-Ewijk is in kaart gebracht, op uitdrukkelijk verzoek van gemeente en inwoners.
Onderzoek externe veiligheid: de flexibiliteit in de bedrijfsvoering en stapelhoogte van containers zijn afgestemd op het ontwerp-inpassingsplan, de toetsing aan gewijzigd gemeentelijk beleid is toegevoegd en kwantitatieve risicoanalyses zijn opgenomen.
Ecologisch onderzoek: voor het verkrijgen van zicht op ontheffing soorten op grond van de Wet natuurbescherming is ‘jaarrond’ onderzoek gedaan door een onafhankelijk bureau. Dit vormt de basis voor een zogenoemd activiteitenplan, dat bij de aanvraag is gevoegd en de benodigde beschermende maatregelen beschrijft. Voor de ontwerp-vergunning gebiedenbescherming op grond van de Wet natuurbescherming is een compensatiestrategie opgesteld. Deze maakt onderdeel uit van de aanvraag. Het volledig uitgewerkte compensatieplan volgt in het definitieve besluit.
Trillingenonderzoek: hierin wordt geconcludeerd dat hinder van toekomstige vrachtwagentransporten niet aannemelijk is en het risico op schade door trillingen aanvaardbaar klein.
De Watertoets is geactualiseerd en er zijn nieuwe tekeningen gemaakt na afstemming met het waterschap en wijzigingen in het ontwerp.
Het Landschapsplan is geactualiseerd in verband met het wijzigingen van het ontwerp, wensen van leidingbeheerders en de mogelijkheid om zonnepanelen op de grondwal te plaatsen.
Lichtplan van de ontsluitingsweg is toegevoegd.
Actualisatie van de Rapportage Potentie Railterminal Gelderland: het hoofddoel van deze rapportage is het actualiseren van de kwantitatieve en kwalitatieve potentie van de terminal en het in beeld van brengen van de (wegvervoer)routes van en naar de RTG.
Actualisatie Rapportage Toets Ladder voor Duurzame verstedelijking Railterminal Gelderland: hierin is mede aan de hand van de nieuwe Panteia-rapportage getoetst of het voorgenomen inpassingsplan voldoet aan duurzaam en zorgvuldig ruimtegebruik. Aangetoond wordt dat er behoefte is aan de ontwikkeling en dat deze niet binnen bestaand stedelijk gebied in te passen is.
Actualisatie Capaciteitsanalyse Railterminal Gelderland: deze toetst of binnen de grenzen en gefaseerde bedrijfsvoering zoals opgenomen in het ontwer- inpassingsplan de noodzakelijke voorzieningen kunnen worden gerealiseerd.
3. Gewijzigd ontwerp: rotonde eruit
Het ontwerp dat ten grondslag ligt aan het herziene ontwerp-inpassingsplan kent een aantal wijzigingen. De belangrijkste is dat de toerit vanaf de ontsluitingsweg naar de terminal niet meer bestaat uit een rotonde. In plaats daarvan is een reguliere toe- en afrit ontworpen. Hierdoor is een potentieel onveilige keervoorziening weggenomen en wordt doorgaand verkeer niet onnodig belemmerd.
4. Wijzigingen plankaart/verbeelding
De plangrens aan de westzijde van de terminal is minimaal gewijzigd. Een inham bij het waterbassin is rechtgetrokken, voor de bestemming Groen.
Binnen de bestemming Groen is het mogelijk dat op specifieke plekken zonnepanelen kunnen komen. Deze toevoeging is bestuurlijk afgestemd met de gemeente Overbetuwe. De landschappelijke inpassing is beschreven in het vernieuwde inpassingsplan en de ecologische aspecten zijn meegenomen in het Activiteitenplan.
De aanduiding veiligheidszone-bevi wordt aangepast op basis van de nieuwe versie van het rekenprogramma. Dit betekent dat de veiligheidszone kleiner wordt.
5. Regels
In de begripsomschrijvingen:
Het begrip nevenactiviteiten is beter omschreven, zodat duidelijk wordt dat deze ondergeschikt zijn aan de hoofdactiviteit. Met deze koppeling kunnen ook nevenactiviteiten als schoonmaak- en reparatiewerkzaamheden op de terminal worden toegelaten, mits deze niet maatgevend zijn voor de milieubelasting. Tanken en brandstofopslag zijn in dit verband expliciet uitgesloten.
Het begrip laadeenheden is aangepast; deze hoeven niet per definitie stapelbaar te zijn (bijvoorbeeld trailers).
Er zijn begrippen opgenomen om eventueel zonnepanelen te kunnen plaatsen.
In de planregels:
In de specifieke gebruiksregels van de bestemming Bedrijf-Railterminal was al vastgelegd dat boven 30.000 laadeenheden overgegaan moet worden op elektrisch materieel, zoals portaalkranen. Hierin is de nuance aangebracht, dat boven die grens nog ondersteunende werkzaamheden mogen worden uitgevoerd met fossiele brandstof aangedreven materieel, zoals een reachstacker en een empty handler.
Voor de kruising Rijksweg Zuid is er een mogelijkheid opgenomen om het fietspad op hoogte aan te leggen als de gemeente dit wenst. Het realiseren van een fietsviaduct past op zichzelf binnen de voor de kruising geldende verkeersbestemming.
De regels voor gasleidingen zijn in overeenstemming gebracht met de wensen van Gasunie, met instemming van de gemeente.
De aanlegvergunningplicht komt te vervallen, tenzij het werkzaamheden betreft onder hoogspanningsleidingen.
Wat bedoelen we met 'gecoördineerde vergunningen’?
Provinciale Staten hebben in het voorjaar van 2020 besloten om een aantal procedures voor de Railterminal Gelderland (RTG) op elkaar af te stemmen. Dit betekent dat al deze procedures tegelijkertijd worden doorlopen. Dit besluit van Provinciale Staten noemen we een coördinatiebesluit. Provinciale Staten hebben besloten om in de eerste plaats de volgende besluiten te coördineren:
het ontwerp-inpassingsplan voor de RTG (Provincie Gelderland);
de vergunning en ontheffing op grond van de wet Natuurbescherming (Provincie Gelderland);
de vergunning op grond van de Waterwet (Waterschap Rivierenland);
het besluit hogere waarde op grond van de wet Geluidhinder (Omgevingsdienst Regio Nijmegen).
Daarnaast heeft Provinciale Staten besloten om ook toekomstige besluiten voor de realisatie van de railterminal te coördineren, in één of meerdere clusters. Dit gebeurt alleen wanneer de voorbereiding en bekendmaking van de besluiten bijdraagt aan meer duidelijkheid en samenhang in de besluitvorming. Dit geldt in ieder geval voor de omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en milieu.
Coördinatie van vergunningen heeft twee belangrijke voordelen:
Het vergroot de duidelijkheid voor omwonenden en andere belangstellenden: voor hen ontstaat bij coördinatie van de vergunningen een duidelijk totaalbeeld van het project. De vergunningen worden immers zoveel mogelijk gelijktijdig voorbereid en samen ter inzage gelegd. De gecoördineerde (ontwerp)besluiten kunnen worden ingezien bij één loket. Belanghebbenden hoeven daarna dan ook maar één reactie (zienswijze) in te dienen op de afzonderlijke besluiten.
Tegen de besluiten kunnen belanghebbenden rechtstreeks in beroep bij de Raad van State. Omdat de Crisis- en herstelwet van toepassing is, doet de Raad van State doorgaans al binnen een half jaar uitspraak. Eén rechtsgang naar één instantie dus. Dit is sneller en efficiënter.
Wat houden de vergunningen en besluiten in?
Vergunning wet Natuurbescherming
Voor de vergunning voor de wet Natuurbescherming maken we onderscheid tussen vergunningen voor beschermde planten en diersoorten (soortbescherming) en vergunning voor beschermde gebieden (gebiedsbescherming).
Soortbescherming Bij de aanleg van de RTG moeten we rekening houden met de aanwezige natuurwaarden. Voor het inpassingsplan en de realisatie van RTG is een verkennend natuuronderzoek uitgevoerd. Daaruit is naar voren gekomen dat voor een aantal diersoorten effecten op verblijfsplaatsen, leefgebieden of foerageergebieden kunnen optreden, waarvoor een vergunning noodzakelijk is. Het betreft de volgende soorten:
Vogels met jaarrond beschermde nesten: ransuil, steenuil en buizerd;
Vleermuizen: gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis vanwege verblijfplaatsen en vliegroutes;
Zoogdieren: bever en wezels;
Vissen: grote modderkruiper.
In de vergunning is opgenomen onder welke voorwaarden het inpassingsplan kan worden vastgesteld en de RTG kan worden gerealiseerd. Zo moeten werkzaamheden plaatsvinden buiten de kwetsbare periode, zoals de broedtijd van vogels. Ook realiseren we nieuwe leefgebieden of realiseren we nieuwe compenserende verblijfsplaatsen. Op deze manier beperken we negatieve effecten voor deze soorten zoveel mogelijk en waar nodig compenseren we ze.
Provincie Gelderland is het 'bevoegd gezag' voor deze vergunning. Dit betekent dat zij besluiten neemt hierover. Gedeputeerde Staten van Gelderland heeft een ontwerpvergunning verleend voor de wet Natuurbescherming (soortbescherming).
Gebiedsbescherming We hebben ook onderzocht of in omliggende natuurgebieden, zogenaamde Natura 2000 gebieden, significant negatieve effecten als gevolg van de RTG optreden. Hierbij onderzochten we zowel de aanleg van de RTG alsook de situatie waarin de RTG in bedrijf is.
Wanneer significante effecten binnen Natura 2000-gebieden niet zijn uitgesloten dan moet volgens deze wet een 'passende beoordeling' opgesteld worden. Uit onderzoek komt naar voren dat door het gebruik van de RTG er geringe neerslag van stikstof in het Natura2000-gebied de Veluwe en Rijntakken optreedt. In de ‘passende beoordeling’ zijn de effecten van de stikstofneerslag op de Natura 2000-gebieden in beeld gebracht en is vastgesteld voor welke habitats significante effecten niet zijn uit te sluiten.
In het Natura 2000-gebied de Veluwe zorgt de toename in stikstofneerslag voor een mogelijk significant effect op de habitattypen H4030 Droge heiden, H9120 Beuken-eikenbossen met hulst en H9190 Oude eikenbossen. Hiervoor is een zogenaamde ADC-toets uitgevoerd. Deze toets onderbouwt het gebrek aan alternatieven (de A uit ADC) en toont de dwingende reden van openbaar belang van de RTG aan (de D uit ADC) en gaat in op het compenseren (de C uit ADC).
Provincie Gelderland is het 'bevoegd gezag' voor deze vergunning. Dit betekent dat zij belsuiten neemt hierover. Gedeputeerde Staten van Gelderland heeft een vergunning verleend voor de wet Natuurbescherming (gebiedsbescherming).
Omdat als gevolg van de aanleg van de RTG aanpassing aan het watersysteem nodig zijn, is een Waterwetvergunning aangevraagd. De belangrijkste aanpassingen zijn:
het dempen van oppervlakte waterlichamen;
het graven van oppervlaktewaterlichamen;
het ontwikkelen of inrichten van natuur;
het aanleggen, wijzigen of verwijderen van een dam (met of zonder duiker);
het aanbrengen van verhard oppervlak.
Waterschap Rivierenland is het 'bevoegd gezag' voor deze vergunning. Dit betekent dat zij belsuiten neemt hierover. Waterschap Rivierenland heeft een vergunning verleend voor de Waterwet.
Met een 'hogere waarde-procedure' kan Omgevingsdienst Regio Nijmegen (het bevoegd gezag) een hogere geluidsbelasting (hogere waarde) toestaan op woningen dan de zogenaamde voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Deze kan door middel van een afzonderlijke 'hogere waarde-procedure' worden verhoogd tot een maximaal toelaatbare waarde. De hoogte van deze maximaal toelaatbare waarde is afhankelijk van verschillende factoren. In buitenstedelijke gebied zoals in dit project betreft deze maximaal 58 dB.
Er is onderzocht of de toekomstige geluidsbelasting op aanwezige woningen zover kan worden teruggebracht dat aan de voorkeursgrenswaarde voldaan kan worden. We kunnen bijvoorbeeld maatregelen treffen zoals stil asfalt of geluidsschermen. Omdat dergelijke maatregelen in dit project niet mogelijk zijn, wordt voor een aantal woningen langs de Rijksweg Zuid een hogere geluidsbelasting toegestaan. Dat betekent dat we in afstemming met betreffende woningeigenaren geluidsisolerende maatregelen in/aan de woning nemen zodat de hoeveelheid geluid in de woning binnen de regels blijft.
Omgevingsdienst Regio Nijmegen is het 'bevoegd gezag' voor deze vergunning. Dit betekent dat zij belsuiten neemt hierover. Omgevingsdienst Regio Nijmegen heeft een vergunning verleend voor de hogere waarde wet Geluidhinder.
Is het definitief ontwerp voor de toegangsweg en de landschappelijke inpassing gereed?
Inmiddels is het definitief ontwerp voor de toegangsweg en de landschappelijke inpassing gereed. Dit ontwerp kent grote gelijkenis met het ontwerp dat eerder werd gepresenteerd in het ontwerp inpassingsplan 2019.
Toegangsweg Voor de railterminal leggen we een aparte toegangsweg aan. Er komt een nieuwe openbare weg ten noorden van de Betuweroute. Deze weg, die parallel aan het spoor loopt, wordt ook de doorgaande route naar Valburg. De nieuwe weg sluit bij de kruising Reethsestraat aan op de Rijksweg Zuid. Om doorstroming en veiligheid van de verschillende verkeersstromen te garanderen, passen we de kruising aan. Gevolg van de nieuwe toegangsweg is dat de Reethsestraat een autoluw karakter krijgt. Bij de toegang tot de terminal hoeven fietsers en vrachtverkeer elkaar niet te kruisen. De kruising met de Reethsestraat krijgt verkeerslichten die de doorstroming regelen. Bij een aanbod van circa 350 extra vrachtwagenritten van en naar de terminal per dag, verwachten we daarbij geen knelpunten.
Landschappelijke inpassing Voor een goede inpassing van de weg en terminal leggen we over de hele lengte van de railterminal en toegangsweg een robuuste groenzone met een 5 meter hoge grondwal aan. Deze sluit aan bij het landschap en beperkt de beleving van de bedrijfsactiviteiten en het bestemmingsverkeer. Deze inpassing is ontleend aan het eerder met vele partijen doorlopen gebiedsproces Knoop 38. Waar de wal moet worden onderbroken in verband met kruisende leidingen, plaatsen we zichtschermen.
Railterminal De provincie werkt met ProRail (beheerder van spoor en het container uitwisselpunt) en de gemeente Overbetuwe het ontwerp voor de railterminal verder uit. De terminal is feitelijk een langgerekt platform waarop containers op treinen en vrachtwagens worden gelost en geladen. Dit gebeurt met grote heftrucks (reachstackers) of een kraan die over een railbaan beweegt.
Wat zijn de belangrijkste verschillen met het vorige ontwerp?
Het ontwerp dat als basis dient voor het herziene ontwerp-inpassingsplan kent een aantal wijzigingen. De belangrijkste is dat de ontsluiting naar de terminal niet meer wordt uitgevoerd met een rotonde. In plaats daarvan gaan we een afslag aanleggen. Hiermee voorkomen we mogelijk onveilige situaties door het keren van auto’s en vrachtwagens. Met de beschikbare lengte van de toerit naar de terminal wordt doorgaand verkeer niet onnodig gehinderd door wachtende voertuigen.
Vooruitblik realisatie en aanbesteding
Het definitief ontwerp vormt de basis om de toegangsweg en de groenzone aan te besteden en te realiseren. Voor de realisatie en exploitatie van de railterminal wordt een separate aanbesteding gehouden waarop geïnteresseerde marktpartijen kunnen inschrijven.