“Onze ideeën voor buitenkansen in deze wijk waren eigenlijk een beetje op,” vertelt David Bakker, beleidsadviseur welzijn en verantwoordelijk voor het speelruimtebeleid. “Daarom nodigde ik het team van Buitenkansen uit voor een mini-event bij onze gemeente. Zou dat nieuwe inzichten geven in het vraagstuk?”
Vijf jaar geleden werd Casterhoven opgeleverd. “Een wijk met huizen, straten, genoeg parkeerplekken en een aantal kleine speelplekken voor de jongste kinderen,” licht Bakker toe. “Daar lag qua buitenruimte destijds de focus op. Inmiddels kijken we meer integraal naar de buitenruimte, ook in het nieuwe speelbeleid. Daarbij nemen we spelen, bewegen, groeien en ook het inzetten van buitenruimte voor klimaatadaptatie mee. Helaas is deze nieuwe wijk niet optimaal ingericht voor bewegen en kunnen we geen grote aanpassingen doen omdat er geen groene stukken ‘over’ zijn. Wel onderzochten we verschillende mogelijkheden om de situatie aan te pakken. Zoals het dempen van een vijver om daar een trapveld aan te leggen. Helaas liepen alle ideeën eerder op niets uit, er was onvoldoende draagvlak voor.”
Wat is wel mogelijk
Bakker hoopte dat het mini-event van Gelderse Buitenkansen verschil kon brengen. “Na onderzoek van onze kant wisten we wat níet kon. Maar wat is er wel mogelijk om het voor iedereen in Casterhoven aantrekkelijk te maken om naar buiten te gaan?” In een schoollokaal uitkijkend op de wijk kwamen het team van Gelderse Buitenkansen en negen collega’s van de gemeente Neder-Betuwe eind augustus samen. “Dat waren collega’s uit het sociaal domein en uit het fysieke domein, dus ruimtelijke ordening en beheer, en die mix bleek al snel van toegevoegde waarde.”
Oplossing ter plekke
Na een bespreking van het onderwerp en het delen van de expertise van het Buitenkansen-team werd ingezoomd op de beweegvriendelijke buitenruimte. Bakker: “Dat was al waardevol; dat alle collega’s zo hetzelfde beeld krijgen van het probleem en dat je wat informatie betreft op hetzelfde niveau zit.” Daarna ging de groep de wijk in waar een deel van hen de BVO-scan invulde. Deze tool van het kenniscentrum sport en bewegen helpt om de buitenruimte in beeld te brengen. “Zo met deskundigen en collega’s van diverse afdelingen samen de wijk bekijken werkt goed. Je kunt elkaar meteen wijzen op plekken en daar over in gesprek gaan.”
Speellint en vlonder
De groep wist zo’n vier plekken aan te wijzen waar er nog mogelijkheden zijn. Bakker: “Er zijn wat groenstroken die we kunnen verbinden zodat we bijvoorbeeld een circuit kunnen maken voor ommetjes, of een speellint voor kinderen. Een idee is ook om een deel van een straat anders in te richten, met gebruik voor spelen, bewegen en ontmoeten. We kijken daarbij zeker ook naar beweeg- en ontmoetplekken voor de oudere jeugd. Een optie is nog om het water te gebruiken omdat daar flink wat van aanwezig is. Misschien kunnen we daar iets met bijvoorbeeld een vlonder.”
Toegevoegde waarde
Bakker en zijn collega’s zijn blij met de uitkomst. “Na het mini-event hebben we een completer beeld van de wijk en de mogelijkheden. En we zien met elkaar dat integraal werken en gezamenlijk optrekken werkt. Met twee ben je snel, maar met z’n allen kom je verder. Je komt tot meer oplossingen, meer draagvlak en betrokkenheid. Iedereen voelt zich verantwoordelijk. Het lijkt erop dat we, anders dan drie jaar geleden, meer ruimte wisten te vinden omdat mensen uit hun comfortzone komen en echt willen meedenken,” ziet Bakker. Daarnaast helpt het als medewerkers uit verschillende domeinen samen zijn. “Als medewerker op een beleidsterrein heb je alleen daar aandacht voor. Ik bijvoorbeeld voor speelruimte, terwijl een ander naar de ruimte kijkt vanuit mobiliteit. Als dat samenkomt is dat van grote toegevoegde waarde.”
Positief bericht
Die betrokkenheid van alle afdelingen gaan ze in Neder-Betuwe vasthouden. “Per afdeling gaan mensen werken aan het vervolg en zetten we met elkaar concrete oplossingen op een rij. We moeten ook nog een aantal zaken verder bekijken, bijvoorbeeld of we nog meer kunnen doen met de sportaccommodaties. Deze worden vooral gebruikt door leden en zijn beperkt in gebruik. Misschien zijn deze meer open te stellen. Ik verwacht dat we volgend jaar met een positief bericht naar de inwoners kunnen om opties voor te leggen. Natuurlijk vraagt het tijd om dit af te stemmen en moeten we ook een besluit van het college en de raad en eventuele extra financiering afwachten. Maar het ziet ernaar uit dat we de leefbaarheid in de wijk op een aantal punten kunnen verbeteren en dat gaan we samen met de inwoners doen!”