Het Rijk ziet de Stedendriehoek als een gebied dat een stevige bijdrage kan leveren aan het landelijke woningbouwdoel. De regio kan daar bijna aan beginnen en wil nu met het Rijk werken aan een verstedelijkingsstrategie.
Verstedelijking in balans
Minister De Jonge zoekt naar gebieden waar veel woningen bij kunnen komen. Hij houdt daarvoor de Stedendriehoek goed in de gaten, want in deContourennotitie Nota Ruimte 2023 werd de regio als kansrijk gebied aangemerkt.
De Stedendriehoek heeft al afgesproken om tot en met 2030 24.000 woningen te maken. Ook voor de periode daarna, ziet de regio kansen voor verdergaande verstedelijking. Peter Messerschmidt, wethouder van Apeldoorn: “We hebben een sterke economie, een mooi landelijk gebied, waardevolle natuur én een goede ligging voor de bereikbaarheid. De Stedendriehoek wil stevig bijdragen aan de landelijke woningbouwopgave. Het is belangrijk om dat integraal te doen. En met oog voor het behoud van de kwaliteiten van de regio. We noemen dit: ‘verstedelijking in balans’. Graag willen we samen met het Rijk en beide provincies aan de slag met een verstedelijkingsstrategie.”
Toekomstige mogelijkheden
Om extra aandacht te geven aan de toekomstige mogelijkheden van de Stedendriehoek, kreeg De Jonge in Deventer een rondleiding op stadscampus de Kien. Met het boren van een leiding (voor duurzame energievoorziening) verrichtte de minister de 1e bouwhandeling van de geplande nieuwbouw op de Kop Handelskade. Daar komen onder meer sociale woningen en studentenwoningen. Hij sprak met studenten van Hogeschool Saxion en bekeek met een jonge bewoner een kantoorpand dat pas is omgebouwd tot woonruimte.
De minister kreeg zo een inkijkje in alle ontwikkelingen en uitdagingen die in de Stedendriehoek aan de orde zijn. Hij sprak vol lof over de grote toekomstige mogelijkheden van de Stedendriehoek en benadrukte het belang van regionale samenwerking en innovatie in de aanpak van onder meer het woningtekort. De Jonge: “We wijzen nu al de grootschalige woningbouwlocaties aan voor 2030 en 2040. Daarvoor kijken we ook naar het oosten. De Stedendriehoek: Apeldoorn, Deventer en Zutphen biedt hiervoor de ruimte. Daarbij zal de regio moeten groeien in balans met de Veluwe en de IJssel.”