Luister de 4e podcast: Woningbouw in stroomversnelling
Overvol stroomnet beperkt woningbouw
Maartje Brans van Alliander deelt de tafel met Dirk Vreugdenhil, gedeputeerde bij provincie Gelderland. Vreugdenhil stipt de uitdaging waar we voor staan nog eens aan: Steeds meer mensen zijn op zoek naar een woning, maar huizen bouwen kost tijd. En als er huizen zijn, komt het volgende vraagstuk om de hoek kijken: netcongestie. Het stroomnet is overvol. Vreugdenhil leerde onder meer in deze podcastreeks dat netcongestie een ‘veelkoppig monster’ is. Er is een gebrek aan monteurs, een overvol stroomnet en de onzekerheid of er een stroomaansluiting op nieuwe plekken kan komen. Hoe gaat Alliander deze uitdaging te lijf?
Alles steeds meer elektrisch
De grootste uitdaging voor netbeheerder Alliander is de elektrificatie van de samenleving. Elektrificatie betekent dat we zoveel mogelijk alle apparaten vervangen door elektrische varianten. “Warmtepompen, pv-panelen, elektrische voertuigen, batterijen”, somt Brans op. “De samenleving elektrificeert veel harder dan we ooit voor mogelijk hadden gehouden.” De netbeheerder kan die enorme groei niet bijhouden, ondanks dat ze elke dag met 9.000 mensen keihard aan de uitbreiding van het stroomnet werken. Brans: “De komende jaren gaat 100.000 kilometer aan kabels de grond in. Dat is iedere maand van Groningen naar Maastricht graven.”
De gebalanceerde wijk van de toekomst
De uitbreiding van het stroomnet is nodig voor de woonwijken van de toekomst. Daarover is Brans duidelijk. Tegelijkertijd moeten we naar een ander denkkader. “Zouden we ook een wijk kunnen realiseren zonder die aan te sluiten op het net? Vanuit die gedachte zijn we nu aan het denken en aan het ontwerpen. En ik geloof dat het kan. Daar ben ik heilig van overtuigd.” Dat betekent dat de energievraag en het energieaanbod in een wijk met elkaar in balans moeten zijn. Maar hoe ziet zo’n wijk eruit?
Koude winter overbruggen
Aan de randen van het woongebied kan energie worden opgewekt en opgeslagen. De elektrische apparaten bewegen mee met het aanbod van energie; de wijk van de toekomst is een wijk waarin energie wordt gebruikt als die er is en waarin energie wordt bespaard als die er niet is. Het betekent dat bewoners soms inleveren op comfort. In een koude winter moeten bewoners bijvoorbeeld genoegen nemen met een paar graden minder op de thermostaat binnenshuis. “De werkelijkheid is dat we leven in een tijd van schaarste, waarin de overdaad die we gewend zijn er niet meer is”, zegt Brans.
Gedragsverandering als sleutel
De schaarste van nu vraagt om harde keuzes. Brans herhaalt nog eens dat we nu het eigen belang aan de kant kunnen zetten. Maatschappelijk gezien is energie een schaars goed. “Bij grote droogte worden we opgeroepen om de zwembaden in onze tuinen niet te vullen. Wij roepen op om geen energie te gebruiken op momenten dat er te weinig is. Ofwel, ontwerp geen woonwijken die meer energie vragen dan nodig”, zegt Brans. Wie weet biedt waterstof verlichting in de toekomst. Nu kunnen we ons eigen gedrag veranderen. Hoe moeilijk dat ook is.
Verandering begint nu
Op korte termijn betekent het dat projectontwikkelaars eerst en voor alles moeten nadenken over de energie-infrastructuur van hun wijk. Energie kost ruimte. Een transformatorhuisje is gelijk aan 2 parkeerplaatsen. Provincies, gemeenten en ontwikkelaars moeten bedenken hoe ze zorgen dat die ruimte er is. Brans pleit ook voor energiezuinige woningen. Energie die in de ene woonwijk wordt verbruikt, kan niet meer naar een andere wijk stromen. “We moeten voor elkaar zorgen in de plannen die we maken.”