De Reeënstraat in Silvolde: toekomstbestendig bouwen kan

Woningen bouwen waar mensen prettig wonen, rekening houden met klimaatverandering en natuur, en zo min mogelijk schaarse grondstoffen gebruiken. Zodat ook volgende generaties er gezond en fijn kunnen leven: toekomstbestendig bouwen. Een uitdaging? Absoluut. Maar de Reeënstraat in Silvolde is het bewijs dat het kan.

Huurwoningen in fijne omgeving

In het voorjaar van 2024 kregen de laatste bewoners van de Reeënstraat in Silvolde (gemeente Oude IJsselstreek) de sleutel van hun huurhuis. Er staan 8 kleine, levensloopbestendige woningen van hout en 8 kleine eengezinswoningen. In hete zomers warmt het binnen minder snel op door biobased isolatie en buiten geven bomen en ander groen verkoeling. En een fijne plek voor mens en dier. Vogels vinden een veilige plek in nestkasten. Zonnepanelen en warmtepompen voorzien in energie en verwarming. En omdat water goed de grond in kan door genomen maatregelen, is er bij flinke regenbuien ook in de rest van de wijk minder wateroverlast.

Duurzame woonomgeving voor de lange termijn

Wooncorporatie Wonion houdt in alle plannen rekening met toekomstbestendig bouwen, vertelt directeur-bestuurder Gerrolt Ooijman. “We zijn een maatschappelijke organisatie. Wij hebben de plicht en de kans om voor de lange termijn te zorgen voor een duurzame woonomgeving.” Zo ook de Reeënstraat in Silvolde. Erik Langen, programmamanager Wonion: “Een aantal jaar geleden sloopten we oude woningen. Toen de vraag naar huizen in de Achterhoek weer toenam, keken we wat er daar paste en wat voor woningen er nodig waren in de wijk. Bij alle afwegingen vroegen we ons af: hoe maken we de nieuwe woningen en de hele buurt toekomstbestendig?”

Prettig wonen in groene omgeving

Kiezen voor duurzaam en groen heeft veel voordelen. Erik: “Groen helpt de natuur in de hele buurt. We kozen alleen voor planten die hier van nature thuishoren. Dat maakt de natuur nog sterker. Door dat groen en door slim gebruik te maken van oude bomen die er al stonden, is er verkoeling op warme dagen. Door 4 wadi’s hebben bewoners verderop in de wijk minder last van wateroverlast.” Een wadi is een lager deel, waar water zich verzamelt en langzaam in de grond trekt. Extra voordeel: doordat de bodem water vasthoudt, gaat dat ook droogte tegen. Erik: “We willen mensen prettig laten wonen. Keer op keer blijkt uit onderzoek dat je in een groene omgeving prettiger woont.” Gerrolt en Erik hoorden van de nieuwe bewoners en omwonenden dat zij de uitstraling van de woningen en de parkachtige omgeving erg fijn vinden. Gerrolt vervolgt: “We kozen voor 8 woningen van hout, omdat natuurlijk materiaal duurzaam is. Ook zorgt hout voor een fijne sfeer in huis. En door natuurlijk isolatiemateriaal warmen de huizen in hete zomers minder snel op.”

Samenwerking is nodig

Toekomstbestendig bouwen kan alleen als wooncorporaties, overheden en de bouwsector daar hun best voor doen. Gerrolt: “We hebben gemeente, waterschap en provincie nodig om het betaalbaar te houden. We kregen subsidie van de provincie, omdat we sociale huurwoningen bouwden en rekening hielden met klimaatverandering. Die subsidie is bijna een voorwaarde om dit te kunnen. Want nu is op deze manier bouwen nog duurder. Groen is nodig om de klimaatproblemen in een wijk tegen te gaan. Daarom bouwen we de kavels niet vol. Maar minder woningen bouwen betekent ook dat we minder van de grondkosten terugverdienen.” Samenwerking maakt ook het resultaat beter. Erik: “Alles buiten de kavels van de woningen onderhoudt de gemeente. Dus werkt het het best als onze plannen en wensen op elkaar aansluiten.” Gerrolt: “Ook de bouwsector is nodig, want om het betaalbaar te houden, moeten we slimmer bouwen. Zoals met conceptbouw: onderdelen of soms zelfs hele woningen in de fabriek maken.” 

“Dan wordt het vanzelf normaal”

Woningcorporaties en overheden kunnen helpen deze veranderingen te versnellen, vindt Gerrolt. “Want wij willen beide zorgen voor een gezonde leefomgeving.” Erik: “Als gemeenten en corporaties het aandurven eisen te stellen aan bouwprojecten, dan hebben ontwikkelaars geen andere keus dan daaraan te voldoen als ze het project willen doen. De vraag stijgt; bedrijven gaan meer slimme oplossingen bedenken. Daardoor kan er meer en wordt het goedkoper, waardoor de drempel voor anderen lager wordt. Dan wordt het vanzelf normaal.” Hoe snel dat gaat, zie je aan de Reeënstraat. Wonion wilde alle 16 woningen van hout bouwen, maar dat bleek toen voor de eengezinswoningen te duur. Dat was een paar jaar geleden. Gerrolt bevestigt: “Nu is houtbouw soms zelfs al goedkoper.”

Lef vereist

Wat er nog beter kan? Gerrolt: “Wetten en regels sluiten nog niet altijd aan op al deze veranderingen. Soms kunnen betere oplossingen niet, vanwege regels die lang geleden zijn gemaakt. Daarom vragen we provincie en gemeenten soepel met de regels om te gaan. Het vereist lef. Van ons, en van provincie en gemeenten.”

Goed, beter, best

Nog een paar tips. Gerrolt: “Wil je toekomstbestendig bouwen, denk daar dan vanaf het begin over na. Kijk naar wat er allemaal al kan. Welke voorbeelden zijn er, wat kun je daarvan in je project gebruiken? Niet alles hoeft in 1 project. En je loopt altijd wel tegen dingen aan die je net anders had gewild. Zo wilden wij de houten woningen nog beter isoleren met natuurlijk materiaal, maar dat kon op dit moment de conceptontwikkelaar nog niet.” Erik vult aan: “De volgende keer doe je gewoon weer een stapje extra. Je moet weten wat er in de markt speelt. En zorg dat je van tevoren goede eisen stelt, zodat je in ieder geval woningen krijgt die voldoen aan wat je belangrijk vindt. Dat geeft je ruimte flexibel te zijn in wat er verder precies wel en niet kan. Want het gaat dan niet meer om onvoldoende of voldoende, maar om goed, beter, best.” Gerrolt vat samen: “Je kunt altijd een paar stappen zetten. Want zoals de Reeënstraat laat zien: het kan.”